GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 516

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 516

Derde deel

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

518

XXXIVÖ. HOOFDSTUK

ZOND.

maar

Niet in iets uitwendigs,

in alle

van ons hart

vertromven, ons aan

waarin

Hem

zoekt

van ganscher harte

liefhebhen

Catechismus omgekeerd

de

Hem

Hem

alleen alle

vreezen

en eeren."

ootmoedigheid en lijdzaamheid onderwerpen; van

goeds verwachten;

En

uitsluitend in den stand

we „Hem, den eenigen waren God,

Hierin, dat

II.

de

van

overtreding

dat gebod ?

Evenzoo ^ van ons

maar wederom

niet iets uitwendigs,

hart.

Daarin dat

len en ons verliezen

we

op

anders dan God ons verti'ouwen

iets

in afgoderij,

den stand

uitsluitend in

waarzeggerij,

toovenarij,

stel-

bijgeloof

en

dergelijke.

Geheel zuiver loopt de Catechismus niet, in zooverre

kennen van God" onder

gebod opneemt;

dit

iets

hij

wat wel

ook het „leeren in het

paradys

er bij hoorde, maar nu niet meer een zaak uitsluitend van het hart is. Doch hiervan mag men den Catechismus allerminst een verwijt maken. De begrenzing der geboden onderling was toen nog niet zoo scherp ge-

en veeleer moet

trokken,

men den

heiligen tact bewonderen,

de Catechismus, ook zonder die scherpe lijnen, toch zoo bijna

waarmee altoos het

juiste getroffen heeft.

En vraagt men nu, hoe de mensch < komen is, zoo ligt het antwoord gereed.

tot overtreding

Als mensch, en als bewust creatuur te

worden

als x>^vsoon. Dit bewustzijn

was

nu kon

door het juiste en scherpe gevoel van zijn

Doch <

juist

dit

gebod ge-

om zich bewust hem opwaken, dan

geroepen, niet in

tegenstelling

tegenover God.

om

hiermee ontstond dan ook het gevaar der verzoeking,

persoon onder God als

Het proefgebod

ïnoest

zijn

Schepper,

maar

zedewet in

zijn hart,

met bewustheid, den juisten stand

Dit proefgebod

zelf als

God

niet

wezen.

te willen

daarom komen. Alleen aan zulk een proefgebod, dat

niet voortvloeide uit de

soon,

hij

van

was dan ook

kon

blijken, of hij als per-

in zijn hart tegenover

niets anders

God innam.

dan een bijzondere toepassing

^y van het eerste Gebod. Het gold de quaestie van Gods Souvereiniteit. Juist het vraagstuk waarin een deel der engelenwereld bezweken was, en

waardoor

uit deze

proefgebod

te

engelen

uit zijn

waren geworden. En door nu

dit

overtreden heeft de mensch als persoon God in zijn bestaan

God aangerand. Niet moest uitloopen, dat hij a^s

duivelen

onder,

maar naast God willen

zich zelven in de plaats

stand als God, voor zooveel aan

hem

staan.

van God

Wat

stelde,

hing, verdrong.

op God en er

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 516

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's