E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 376
Derde deel
378
^'
ZOND.
XXXII. HOOFDSTUK VIL
uit.
Zoo in het algemeen moet dan
God
verheerlijken, en
mag
daarom op
al
al
wat schoon en waar en
wat wel
lieflijk
is
luidt aller zielskracht gericht;
mede tevreden zijn, dat Hij dit aanziet en er behagen schept. En juist hiertegen nu komen we met al de macht die in ons op. Onze gemeenschap met het Eeuwige Wezen moet een bewuste, een
en de Heere in is
er
moet Gode van
persoonlijke, een rechtstreeksche wezen, en wel waarlijk
toekomen de
ons
eeuwigen dank en jubel door
uitgieting onzer ziele in
Op
aanbidding, die ons uit het hart naar de lippen vloeit.
de
elk ander
standpunt bouwt ge de werkheiligheid weer op, steekt ge den Christus een Arminiaansche
in
zonder het
van .^^
alle
bedoelen,
te
waarachtige
van ethisch zelfbehagen, en
kleedij ja,
tegen
religie.
uw
bedoeling, de
tige lieden,
En
maar
is
beschuldiging
ons een bewijs
gelijk
beschuldiging
we dan
te
zich dan toch
komen
bij
de
is
in
zijn
klacht
trein voort-
En wel
vooreerst, dat deze
van de juistheid van onze uiteenzetting.
heilige apostel
die
omgekeerd de
Paulus getuigt, was het juist dezelfde
dagen
tegen
hem
werd.
gericht
,,Zullen
de zonde doen opdat de genade te meerder worde!" Iets waaruit
dat elke voorstelhng van het Evangelie, die
blijkt,
allerlei halfslach-
het station van het Antino-
ons antwoord hierop tweeërlei.
mianisme, dan
Immers,
lijn
met aan
eindigt
die
dat ge het
is,
dat ge Gods kinderen niet zetten kunt.
zegt ge nu, dat op onze
beweegt,
aan den wortel
bijl
Het einde waarvan dan ook
uitnemend vinden kunt met Modernen en Groningers en
ook
legt ge,
ware,
het
geeft,
schuldiging antwoorden
Evangelie
echte
we ook
niet zijn
^em
aanleiding tot deze
kan. Maar op die be-
ten andere, dat het Antinomianisme niet
doorbrak in de dagen onzer vaderen, toen de prediking van het Evangeï
lie
den boven
in
door ons aangeduiden zin nog zuiver
daarentegen terstond schoot,
zoodra
de
dit
onzuiver werd en het volle Gereformeerde
standpunt niet meer aandorst. Ook nu schuilt in het
we
geaarzeld,
om
vrij
noemen, aan de Kohlbrüggianen,
latere ontaarding, gelijk te geven. Dat Antinomianisme
-^
als
vrucht
sterk
weer
op-
ongetwijfeld een deel waarheid, en nooit hebben
tegen de oppervlakkigheden en halfheden van de Con-
fessioneelen, gelijk ze zich
^
maar dat
;
booze onkruid op den akker der gemeente op-
prediking
gekomen Antinomianisme
liep
is
van zuivere Gereformeerde prediking, maar
echte Gereformeerde
zelfs in
hun
opgekomen, juist
prediking in onze kerken verstomd was.
niet
omdat de
Wat men
hoorde was Methodisme, was Baptisme, was Mysticisme, maar de bazuin
van het Gereformeerde leven werd niet meer aan den mond
men
dus het Antinomianisme links, gelijk de Werkheiligheid rechts
snijden,
dat
gezet.
dan
is
er
maar
één doeltreffend middel, en
Wil af-
dit bestaat hierin
ge én voorwerpelijk én onderwerpelijk, mits beide in zuiver en gaaf
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's