GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 46

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

34

HOOFDSTUK

II.

III.

men dan ook niet. Het moet staan blijven in volle kracht. Dus zegge men nooit: „Haten" beteekent wel eens: „niet genoeg liefhebben", of „minder liefhebben" dan eisch was. Zoo toch kan men van alles alles maken en glijdt de oprechtheid uit ons woord weg. Dit antwoord verzwakke

Neen haten

is

hier haten, d. w. z. die doodelijke neiging

van onze natuur,

die ons doet begeeren, dat een ander weggenomen en vernietigd mocht worden. Wie iemand haat is in zijn hart al bezig om hem te dooden.

En nu moet men

hiertegen natuurlijk niet aanvoeren, dat een

man

toch

vrouw, een moeder haar kind niet haat; Vv^ant zulk zeggen berust op misverstand. Niet van de natuurwet, maar van de zedewet is hier sprake, zijn

en de zedewet doet zich uitsluitend gevoelen, als er zich strijd openbaart. Zoolang dus de liefde voor andere personen in ons gevlei komt, o, natuurdan merkt ge van dien haat niets. Maar laat tusschen diezelfde lijk, personen, die nu,

o,

zoo

lief

en vriendelijk saam

zijn,

eens een strijdig

belang opkomen, en zie maar eens hoe dan bij kleine kinderen zelfs opeens de klauw van de hyena uit het hart schiet. Op een zeeboot varen de passagiers, de heeren en dames, o, zoo allerliefst saam, en spelen en keuvelen en bereiden elkaar niets dan beleefdheid en genot. Maar hoor, daar stoot het schip op de klip; door het lek dringen de wateren binnen;

de boot zinkt, en nu vliegt sloepen

los,

alles

naar de raderkassen, en men maakt de

en ieder wil er het eerst inspringen;

en opeens wroet en

vecht en grist het nu als een wilde hoop onder elkander; en het is wel gezien, dat die zelfde deftige heeren en dames in zulk een oogenblik elkaar de stukken vleesch uit het

lijf

krabden.

En zoo nu ook staat het met dat haten van God. Zoolang de conscientie buiten moeilijkheid blijft, is er geen nood. Maar zóó komt God de Heere niet te

in

uw

zondig leven tusschenbeiden,

ontzeggen, of die

God

om

u dit

te

verbieden en dat

die u dat verbiedt en belet, hindert u, staat

ii

den weg, en onmiddellijk is de diepste gedachte uws harten, om uw God weg te hebben. Dan haat ge God in zulk een oogenblik. En als dan straks de kalme wijsgeer God wegloochent en wegredeneert, d. i. den in

God door zijn denken doodt, wat doet deze schuldige man in waanwijsheid dan anders, dan dienzelfden haat tegen God, die practisch u uitkwam, nu in theorie brengen en uitstallen als een systeem?

levenden zijn bij

Lijnrecht staat dus de levensuiting van een zondaar tegen de

Die

Wet

niet tot enkel zuivere liefde

Wet

vindt omgekeerd een

naaste

te

Wet

over.

des Heeren eischt den dood voor eiken mensch, die van nature

voor

mensch

God die

en den naaste neigt, en diezelfde van nature neigt om God en zijn

haten.

Van Wetsvolbrenging kan dus geen sprake komen. Misschien wel van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's