E voto Dordraceno - pagina 37
ZONDAG valsche stelling weer gered
te
HOOFDSTUK
II.
25
II.
hebben, alsof de zedeleer van het
Oude
Testament een andere en mindere ware dan de zedeleer van het Nieuwe. Intusschen, dat de Catechismus dit niet bedoeld heeft en niet kan bedoeld hebben,
blijkt
bij
VI
XIX
:
5 en Lev. hier
die
„Zoo en met
:
we daar
37 voorkomen
:
als
uit het
we
Oude
toch Deut.
woorden,
juist dezelfde
door Jezus gesproken. In
uw
en met
ziel
hart,
18:
:
naaste liefhebben, als uzelven." Zelfs de vijandsliefde wordt
volstrekt niet pas
Testament
uw God, liefhebben met uw gansche al uw vermogen"; en in Lev. XIX
den Heere,
gij
uwe gansche
het Nieuwe,
in
ingeprent.
„Wanneer
de plaatsen
uit
5 toch lezen we:
:
zult
„Gij zult
18 op, dan vinden
Matth. XXII
in
Deut. VI
op overtuigende wijze
deze vraag worden aangehaald. Slaan
Testament die
uws
gij
Reeds
bij
maar wel terdege reeds in het Oude Horeb wierd het ten plicht gesteld:
vijands os of dwalenden ezel ontmoet, zult
hem
gij
het
verloren dier wederbrengen, en zoo zijn lastdier neerviel onder de vracht, zult
ge
uw
dier verlaten,
om
het zijne te helpen".
heet het evenals in Matth. V:
hem brood
te
eten,
en indien
,,
hem
dorst,
geef
Heel deze verkeerde voorstelling moet dus op
ook
er
kiem lag het
gekeerd
ligt
Jezus'
in
in
Spreuk.
XXV
:
21
hem water zij
te
drinken."
gezet. Ongetwijfeld
is
de Openbaring, die de Heilige Schrift op zedelijk terrein geeft,
in
gaandeweg steeds In
En
Indien dengene die u haat hongert, geef
Anathema,
rijker ontplooiing
eelste der
maar een ander beginsel komt
zedewet reeds
in
de
Wet van
het beginsel, waarin de vloekpsalm wortelde,
—
er nooit.
Horeb, en om-
nog evengoed
en in Paulus' woord: ,,Uw huis worde u woest gelaten" als in de toornkreten en in het wraakgeroep van den Psalmist.
ook vandaan, dat de Christus hier een mildere hij omgekeerd niets doet dan letterlijk 25 de woorden uit het Oude Testament overnemen. Ja, dat hij in Luc. X v.v. dit prachtig antwoord niet eens zelf geeft, maar het laat geven door een onbekenden Jood, die als Schriftgeleerde op hem toetrad, om hem in v/oorden te vangen. Daar toch heet het, dat Jezus aan hem vroeg: „Wat is in de Wet geschreven, hoe leest gij?" en dat daarop niet Jezus, maar die booze jood antwoordde: „Gij zult God liefhebben met geheel Zooverre
is
het er dan
zedewet zou gepredikt hebben, dat
:
uw
hart,
en
uw
naaste als u zelven."
Eens vooral hoede men zich dus, om het Nieuwe Testament als het Evangelie der liefde tegenover het Oude Testament als het verbond der wrake en der hardheden te stellen. Deze voorstelling toch is door en door onwaar. Wat om wrake roept en hard is, dat is de Wet Gods tegenover den zondaar, en deze is en blijft even onverbiddelijk hard in Oud én Nieuw Testament, en blijft ook van Jezus' lippen met een onuitblusschelijk vuur
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's