E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 384
Derde deel
XXXII. HOOFDSTUK
ZOND.
386
Een kind van God,
over het geloof.
baart
wedergeboren
eindigt altoos
is,
keeren tot geloof
te
d.
w.
een uitverkorene die
z.
en in dat zich be-
zich te bekeeren,
komen. Wie gelooft nu ? Antwoord
hem. Dat kan
gelooft voor
met
VUL
schuld betalen en onze gerechtigheid te weeg brengen sterven;
„de
Leidsman en Voleinder des
overste
zich
en dus ook niet zaligmakend voor ons gelooven. Hij
"*^niet voor ons hekeeren, is
voor ons lijden en
volkomen volbrenging der wet. Maar Christus kan
de
in
;
en daadwerkelijk voor ons de gehoorzaamheid betoonen,
lijdelijk
tot
zelfs
Niet Christus
I??)'.
:
Christus kan alles voor ons doen. Onze
niet.
maar
geloofs",
zijn geloof is
nooit het geloof van een zondaar, en kan dus nooit voor onsgeloof in de
plaats treden. Hier vindt dus de plaatsbekleeding haar grens. Geloof on'"
van den innerlijken dood
derstelt bekeering
geloof
was
tot het
eeuwige leven, en zulk
Christus ondenkbaar en onmogelijk. Hieruit volgt dus dat
bij
ge zelf gelooven moet, evenals ge u zelf bekeeren moet, en dat dit twee
dingen ^
Christus niet doen kan voor u en in
zijn, die
nu
uw
dit
doode
ik
dood
bekeeren zou,
ik öf zich
zou komen.
uw
daarentegen
Is
dergeboren; dan
ja,
die levensuiting
is,
uw
plaats.
Zoolang
het natuurlijk een volstrekte onmogelijkheid, dat
blijft
is,
moet
of
wat
ik levend
er
gemaakt;
levendgemaakte
dit
meê saamhangt,
tot geloof
leeft het; is het
we-
ook uiten; en
ik zijn leven
dat het zich bekeert en gelooft.
men
Wie het voorstelt alsof iemand door zich te bekeeren pas tot Christus komt en door te gelooven eerst met den Heiland in vereeniging geraakt, predikt puur Arminianisme. Dan toch kon Hierbij
< iemand niet.
echter ga
die
niet mis.
nog dood was,
dood zelf ten leven gaan
uit zijn
Er kan dus nooit sprake van
tot geloof zal
komen,
zijn,
wedergeboorte
tenzij de
;
en
dit
kan
dat iemand zich zal bekeeren, of zij
voorafgegaan; een ^éh^éi
verborgene daad Gods, die Hij door zijnen Heiligen Geest in ons tot stand brengt,
de zondaar volstrekt
en waarbij
daad eenmaal in hem los
van Christus
Gods verbonden zijn
;
dan
;
dan
wedergeboren
ik
gekomen, dan
tot stand is hij
lijdelijk blijft.
Maar
is
nu deze
ook niet meer
is zijn ik
door een verborgen levensband met den Zoon ik
is zijn
van dood levend geworden
;
en kan nooit
Komt
werken, of Christus werkt in hem.
dus een
toe,
om
zich te bekeeren,
der bekeering niet door hem,
los
van den Christus, volbracht, maar dan
wedergeboren persoon er
werkte de Christus hierbij in hem.
Want
onze medelijdende Hoogepriester, dat
mystieke unie vereenigd
te
alzoo
hij,
is
dan wordt deze daad
hij
na ons
ik
ook
in de bekeering
met
zijn
persoon in
hebben, in de daden van bekeering, geloof en
heiligmaking op ons inwerkt, zoo inwendig door den Heiligen Geest, als
uitwendig door
hoe
nauw en
het
Woord en
het voorzienig bestel in ons leven. Maar
teeder en alomvattend deze werking ook
zij,
het resultaat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's