E voto Dordraceno - pagina 404
ZONDAG
392
XV.
HOOFDSTUK
1.
dan voor Immanuël de staat van den rechtvaardige en de staat van den goddelooze voor ons. Maar, en hier ontsluit zich nu juist de toegang tot dit mysterie, dit is niet zoo. De staat hangt niet aan het eigenlijke wezen, maar alleen aan de rekening en aan het oordeel Gods. zijn
En nu komt de raad des door
God
daardoor
als een
goddelooze
vredes, en te laten
is
in
Immanuël de
wil
om
zich
rekenen, indien Hij mensch geworden,
stand kan brengen, dat vele goddeloozen als rechtvaardigen worden gerekend. tot
Zoo komt het tot de Vleeschwording. De Zone Gods neemt uit de maagd Maria het vleesch en bloed der kinderen aan. Hij verschijnt onder menschen. Maar in welken staat zal het nu zijn? Zal het wezen: Hij den staat der rechtvaardigen onder die allen die in den staat der goddeloozen verkeeren ? Neen, neen, maar ook Hij komt in den staat der goddeloozen op Als een wortel uit een dorre aarde Meer nog. Hij komt op, niet in den staat dier anderen, maar in een geheel exceptioalleen in
!
!
eerloozen. ,,Er was geen zouden begeerd hebben. Hij was veracht en de onwaardigste onder de menschen!" Niet, dit vat ge nu toch, naar zijn innerlijk zijn, want hij was innerlijk volkomen goddelijk en heilig, maar van zijn staat. Hij wierd gerekend ,.als een die van God geplaagd, geslagen en gedrukt was." Hij wierd behandeld, als had Hij alleen dat alles misdaan, wat wij misdaan hadden. Hij is met de overtreders gerekend.
neelen staat,
als
de oneerzaamste onder de
gedaante noch gestalte, dat wij
Hem
Dat dit nu niet bij vergissing geschied is, gelijk een aardsch rechter soms bij vergissing een schurk vrijspreekt en een onschuldige veroordeelt; dat het ook niet bij dwang geschied is, gelijk soms een legerbevelhebber den tienden man voor den kop schiet, als zoen voor verzet van heel het regiment; en dat het ook niet figuurlijk geschied is, gelijk bij het offerlam; maar dat dit geschied is, naar Gods raad en wil en behoudens zijn goddelijke alwetendheid, niet buiten Christus zelf om, maar met diens eigen gedoogen en volle bereidwilligheid; en dat niet in schijn, maar zóó wezenlijk, dat eindelijk zijn bloed van het kruis afdroop, dat
geheim, welks volkomen diepte ge nooit peilen
Maar bekent ge eenmaal, zijn
is
zult;
dat iemands staat geheel verschillen kan van
wezen, zoodat zelfs een onschuldig
man nog
als een
moordenaar aan
de galg kan komen, dan doorziet ge toch, hoe ook de Christus
komen
heilig,
het heil-
onbesmet, onnoozel en onschuldig
gestalte kon zijn, en toch desniettemin geheel in
zelf vol-
wezen en innerlijke den staat van den diepst
in zijn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's