GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 390

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 390

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

378

HOOFDSTUK

XIV,

III.

vleesch en bloed, in haar nieuw ontstaan was, en haar dus niet als moeder

aanging. Dit geheel de Heilige Schrift omverwerpend gevoelen

is

steeds en terecht

door de kerk bestreden, en onze Hervormers hebben, wel verre van in de Doopers slechts een kleine ketterij te wraken, veeleer diep gevoeld, hoe zij met deze leer omtrent de vleeschwording heel de waarheid van

de verlossing, die

in

Christus Jezus

niet uit het vleesch en bloed niet en vloeit

ons bloed

Hem

Dan Dan is

niet in de plaats treden.

is,

verwierpen. Immers

is

Immanue!

van Maria, dan draagt Hij ook ons vleesch niet door de aderen. Dan kan Hij voor ons bestaat er tusschen

Hem

en ons geen ge-

van Hem. vreemd bloed dat op Golgotha vergoten is, en ontbreekt nog altoos het zoenoffer van oneindige waardij, dat van ons bloed moet

meenschap des

Dan

is

levens.

Hij niet

van ons en

zijn wij niet

het een

gebracht worden.

Vandaar de nadruk, de Hij wel

ontvangen

Maria, en dat

dit,

volle nadruk, die er steeds op vallen moet, dat van den Heiligen Geest, maar geboren uit de maagd gelijk onze Catechismus het uitlegt, zóó te verstaan is: is

dat Hij uit het vleesch en bloed van Maria ware menschelijke natuur heeft

aangenomen. Elk dezer woorden, elk dezer uitdrukkingen heeft in den Catechismus beteekenis. Het moest wel waarlijk: uit het eigen vleesch en bloed van Maria zijn. Ook hierbij heeft de Christelijke overweging zich echter te onthouden van elke physiologische onderzoeking, en het was een fout, dat ook enkele onzer godgeleerden, op het voetspoor van de Roomsche scholastieken, zich ten deze verdiepen gingen in allerlei vragen over de wijze, waarop uit het vleesch en bloed der vrouw het nieuwe lichaam gevormd wordt. Al zulk onderzoek hoort bij de wetenschap der verloskunde, niet in de Christelijke godgeleerdheid thuis. En het eenige punt, waarop elk kind van God staan moet, is de volledige en onbewimpelde erkentenis, dat de wording van het vleesch en bloed van den Christus uit Maria zeer wezenlijk en eigenlijk toeging. Gelijk de kinderkens deel hebben, aan het vleesch en bloed van hun moeder, dat ook Hij zoo desgelijks dit vleesch en dit bloed is deelachtig geworden, omdat Hij zoo, en zoo alleen, teniet kon doen den duivel, die de macht over den dood bezat.

Ten derde

dient er aan vastgehouden, dat de Christus den broederen

in alles is gelijk

„Ware

geworden.

menschelijke natuur

nam

zaad Davids zij, den broederen nemen onze menschelijke natuur,

in

Maria aan, opdat Hij het ware Hij kon dus niet aanGod de Heere ze in het paradijs

Hij uit alles

gelijk

gelijk."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 390

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's