E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 73

ZOND. XXVIII.

HOOFDSTUK

als

hy op jaren komt, zich aanstellen, alsof

ook

als

hadden

had en elke voorstelling alsof ;

gedoopt

wildet

zijn,

macht over

hadden

Uio ouders

toedienen.

dus

en

uw ouders u uw Doop

dien

Doop

te laten

omdat God macht over u

u,

eerst

nooit gedoopt ware, of

hij

om hem

ouders geen recht gehad,

zijn

75

I.

hadden moeten vragen, of ge

hadden moeten

tot later

uitstel-

den diepsten grond niets dan een loochening van de macht en

len, is in

het zeggenschap, dat

uw God

over

uw

uw

en

lot

uw

leven en heel

per-

goed vondt, u die

be-

paalde ouders geschonken. Hij heeft aan die ouders den last gegeven,

om

soon heeft. Hij heeft, zonder u te vragen, of ge

naar eisch van

u,

Woord, reeds

zijn

En voor zoover uw ouders

dienen.

als klein

hierbij

werk gingen, bindt dus hun daad ook

te

om

u aan de gevolgen van hun daad

recht

natuurlijk

Doop gestand

te doen,

dat

bestel,

naar den

kindeke den Doop toe

u,

en mist ge elk zedelijk recht,

onttrekken. Formeel hebt ge dat

zij

tuurlijk

om

de aangegane verbintenis na te komen.

was de raad en het

ge die vrije keuze niet. Zijns

ge in dat bepaalde huisgezin moest geboren worden, en dat regel

van dat gezin de Doop u

u lieten doopen, in is

hun daad voor u

toegeven, dat

uwe ouders

volbrachten, dien God

voor

Hem

om uw

niemand u dwingen,

zal

in die bepaalde kerkformatie

uw

zou worden toegediend. Kunt ge nu van achteren aantoonen, dat toen

te

Woord

naar den eisch van Gods

en de burgerlijke rechter zal er geen vonnes over

slaan, zoo ge in gebreke blijft

Maar voor God hebt

te

want uitwendig

wel,

dit

strijd

ouders,

met Gods Woord handelden, dan

niet langer verbindend.

Maar

ook,

na-

moet ge

toen ze u ten Doop hieven, slechts den plicht

hun

oplei,

en dat ze gezondigd zouden hebben en

schuldig gestaan, zoo ze dit hadden nagelaten, dan

is

de rechts-

geldigheid der door hen aangegane verbintenis ook te uwen' opzichte bo-

ven

eiken twijfel verheven, en

volgen te

van uw Doop

te

zijt gij

dragen van den vader waaruit

De band

die

even

hij

is

is

dus niet een band, die naar

wilkeur door u kan erkend of ontkend worden. Als gedoopte zijt

de ge-

den naam

geboren werd.

Doop en Avondmaal verbindt

dra ge tot jaren van onderscheid

om

gehouden,

stellig

aanvaarden, als een kind gehouden

zijt ge,

zoo-

gekomen, ten Avondmaal gehouden.

Natuurlijk niet in uitwendig formeelen zin, alsof iemand zeggen kon: „Ik

ben

als

kind gedoopt; nu ben ik tot jaren van onderscheid gekomen; alzoo

ga ik thans naar het Avondmaal." Dan toch zou de kerk voor de toetreding tot het heilig

Avondmaal niets te doen hebben, dan te constateeren, was en den ouderdom van, zeg, zestien jaren bereikt

dat iemand gedoopt had.

Met een doopacte en geboorteacto

in de

hand zou dan een

iegelijk

de toetreding tot het heilig Avondmaal kunnen forceeren. Neen, de zaak

ligt geestelijk.

Ge wordt gedoopt,

in de onderstelling dat

'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen