GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 455

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 455

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXIVa. HOOFDSTUK

ZOND.

trouw

ter goeder

toont

alle

de inhoud

dat

ligt,

reeds

dat de Tien geboden een soort wet vormen,

in,

voor

daar

lijk ze

45'

I.

uw

staat: „Ik ben de Heere uitgeleid heb," geldt toch

volken en tijden en personen geldt.

waar

niet

dit

die, ge-

En

toch

de

Wet

Wat boven

zijn kan.

God, die u uitEgypteland, uit den diensthuize,

immers

voor de Romeinen en niet voor de

niet

maar

Grieken, en evenmin voor u en mij,

malige schare van Israëlieten, die

geldt uitsluitend voor de toenin

feitelijk

door Gods wonderdaden aan de Roode Zee,

Egypte geboren waren, en

uit de dienstbaarheid

van den

Pharao van Egypte verlost waren. En nu kan men wel zeggen, dat Egyptische dienstbaarheid

deze

in

de slavernij der zonde, in dezen Pharao

de Duivel, en in den uittocht door de Roode Zee, de verlossing door het bloed van Christus

maar

neemt

dit

niet

God van Horeb

afgeschaduwd

is

wat we van harte toestemmen),

(iets

weg, dat het zoo voor Israël

niet

bedoeld was. Toen

sprak: „Ik ben de Heere

Israël

tot

uw

God, die u uit

Egypteland, uit den diensthuize, uitgeleid heb," bedoelde de Heere met deze

woorden

maar wel wezenlijk het klare, nuchtere feit^ volk door zijn wondermacht uit den toestand van Egyptische dien van een vrij volk was overgebracht. Geldt het nu reeds

niets

dat heel dit slavernij in

geestelijks,

onder menschen, dat

mag

men met

omspringen, zoo geldt

de wet des Heeren.

nemen

Hier

gelijk het er staat,

de woorden van een wet nooit willekeurig

nog veel sterker mate van

dit natuurlijk in

vooral zult ge met stillen eerbied elk woord

en niet in geestelijke overprikkeling

uw

denk-

beelden onder de woorden des Heeren onderschuiven. Bovendien toont ook

van deze Wet, dat ze een geheel speciaal Joodsch karakter

vervolg

het

draagt. In ons land

kan het eerste gebod

v.

b.

:

,Gij zult

geen andere goden

mijn aangezicht hebben," slechts in overdrachtelij ken zin

voor

zijn toe-

passing vinden. Het gebod over den Sabbath, als bepaalde viering van den

zevenden,

maar vijfde

is

en

van den eersten dag, gold voor

niet

ons in

op

gebod:

dier

Israël in vollen zin,

voege niet toepasselijk. De bijvoeging van het

„dat de Heere de dagen zou verlengen in het land dat de

Heere God hun geven zou," gold toen

letterlijk,

want

ze

waren

in

de

woestijn, en togen naar Kanaan, het land der belofte, op. Wij daarentegen

wonen nu in

reeds in ons vaderland, en

ons kan er alzoo geen sprake zal gegeven worden.

En

zelfs

het tiende gebod, heeft het voor óns eigenlijk geen zin meer, dat

onzes naasten

niet

bijna geen enkel

gen, die Israël

het

bij

van een land dat ons door den Heere

zijn,

genomen

noch

zijn uit het

had pakezels,

paard,

os

zijn ezel zullen begeeren,

buurman meer een

maar de

die de

we

eenvoudig omdat

ezel heeft. Dit alles zijn uitdrukkin-

toenmalige leven van het volk van

Israël.

bagage vervoerden, en ook later was in Israël niet

ezel het

gewone

trekdier. Bij ons daarentegen is de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 455

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's