GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 512

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 512

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

;-

HOOFDSTUK

ZOND. XXXIVij.

514

dan het eerste primordiale Gebod:

niets anders

God

als

eeren.

Hem

en niet

II.

Gij zult

God

en

G^od laten

iets anders.

Dit volgt uit onze natuur zelve.

Onze menschelijke natuur zijn

God

een

er

Schepper

dan kan het

Dit

erkennen en

te

zoo,

blijft

Ben

bewuste, en in dit bewust-

ik een creatuur,

En

dan moet

er een God. die mij

is

heb dien God als mijn

niet anders of ik

te eeren.

verdonkert ons raenschelijk bewustzijn. Immers,

al

door zoodanige nevelen omhuld word, dat ik de kennisse Gods

al

ik

ook

zijn.

mij als creatuur schiep.

zijn, die

als creatuur schiep,

of

nu eenmaal een

is

leeft het besef van creatuur te

niet

c verlies;

en alzoo den juisten

ik een creatuur ben;

meer weet, dat

naam mis, om mij rekenschap van mijn aanzijn te geven; toch is daarom uit mijn natuur het besef niet weggenomen, dat ik ontstond, en dat macht boven mij

een

er

den

wel

naam

eigenlijken

Maar toch kan

Dan mis

om

niet,

ik nooit uit mijzelven

geweest ben, en

altoos

is.

niet alle

ik

wel het rechte

mijn

innerlijk besef te vertolken.

wegnemen

macht

heb

inzicht. Ik

het besef dat ik er niet

in mijn

hand

heb. Altoos blijft

er dan in mijn menschelijk bewustzijn een besef over, dat er een macht buiten mij is, waarvan ik afhang, die over mij te zeggen heeft, en over

mijn •'•

lot

Natuur het hoogste of van

maar u

Fortuin,

die

is,

zoekt

macht

die

zelf

niet

zijt

het zwijgen

op

en

onder een u overheerschende macht

mogelijk, dit besef wel niet uit te roeien, te

voor een ieder op.

leggen, in den dood treedt die

En

het

in dien zin, dat

is

,kan, dat er niet één atheïst

is.

Want

den levenden God loochenen, en voor is,

in plaats schuiven,

en

wortel

men

Hem

zijn

uit,

wilt

dat ge

En al is maar dan toch

staat.

macht toch ten

leste

naar waarheid zeggen

wel, dit spreekt vanzelf, iets anders,

maar niemand kan, omdat

het besef in

wat ge

in levende idealen of in

onderscheidene formuleering

altoos spreekt zich in deze

het den mensch

.

macht met wat naam ge wilt. Zeg, dat de spreek van een Noodlot, gewaag van het Toeval

Noem

beslist.

hij

kan iemand

dat dan zijn God

mensch

is,

met tak

binnenste vernietigen, dat er een macht

is

dus duizenden en milUoenen atheïsten, zoo

hij afhangt. Er zijn ge onderzoekt hoe velen „den waarachtigen God kennen" maar is er niet een, zoo ge onder atheïst een mensch verstaat, uit wiens bewustzijn het

waarvan

besef van afhankelijkheid van een zijn

weggenomen.

Dit

kan

niet,

hem beheerschende macht

omdat ge dan

eerst

den mensch in den

natuur zoudt moeten

om

inschiep.

En

mensch zoudt moeten vernietigd hebben; zetten in haar tegendeel; en hem ontnemen wat God hem zijn

geheel zou

dat kunt ge niet. Dat kan niet één eenig mensch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 512

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's