E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 422
Derde deel
ZOND. XXXIII.
424
HOOFDSTUK V.
dooreenmengt en verwart; en erger nog wordt
om
gaat,
men
het, zoo
van één dezer twee
alleen op de handeling
de fout be-
door óf in
te letten,
de bekeering alleen een werk van den Heiligen Geest te zien, of ook ze
op
vatten
te
wel
spreekt
als
ware ze
uitsluitend een
de Heilige Schrift
bij
werk van den mensch. Want
de bekeering bijna uitsluitend van de
handeling van den wedergeborene, en niet dan een enkele maal van de ^ handeling Gods;
maar niettemin
staat het vast, dat de Heilige Sch rift ons
toch ook deze handeling Gods in de bekeering wel terdege aanwijst. Als Jere-
mia uitroept: „Ephraim zegt: Bekeer mij, zoo
XXXI lijke "<,
:
18,)
dan
hier wel meer^sprake
zal ik
bekeerd zijn" (Jerem.
van het volksverbond dan van persoon-
maar wordt desniettemin het algemeen karakter
bekeering,
der be^
keering ons voorgesteld als zonder een handeling van Gods zijde ondenkbaar.
Hetzelfde
hun God
komt
Gods ons
tierenheid j
is
zeggen,
uit in Paulus'
Rom.
II: 4,
dat „de goeder-
bekeering leidt;" in zyn bede, 2 Tim. II: 25, „of
tot
gave;" en evenzoo in Petrus' betui-
te eeniger tijd de bekeering
ging voor den hoogepriester (Hand. V: 31:) „Dezen heeft God door zyn
verhoogd tot een
rechterhand
en vergeving der zonden.'" Wel
bekeering
mag
voorbijzien, en <; minstens
keeren,
mag
tegen éénmaal, dat
bekeering wijst; maar
dit
hij
ze
zijnde,
Hoofdstuk
in
neemt
niet
dus een kind Gods nooit
om
zich zelf te be-
weg, dat ook op die werking Gods
we ons
dus geen echte be-
punt de volle en zuivere waarheid beleden,
dit
III
en IV § 12 verklaarden: „Van God bewogen
werkt de wedergeborene vanzelf,
mensch door de genade
dat de
geven
inwerking Gods denken mogen. De Canones van
deze
Dordrecht hebben ook op toen
te
op God den Heere als den werker in de
toch zeer nadrukkelijk gewezen wordt, en dat
keering zonder
Israël
een prediker nooit verzwijgen, dat de Heilige Schrift
den zondaar persoonlijk oproept
tienmaal
om
Vorst en Zaligmaker,
waarom ook ontvangen
die hij
terecht gezegd wordt, heeft, gelooft en zich
bekeert."
Bespreken we daarom afzonderlijk en achtereenvolgens eerst hetgeen in de bekeering de is
daad
G-ods
is,
en daarna wat in de bekeering de daad
van den wedergeborene. Bekeering
persoon
een denkbeeld en begrip, dat nooit op het wezen van den
is
ziet,
maar
wezen beweegt. bond,
uitsluitend
Letterlijk
op
de richting waarin
hij
zich
met
zijn
staat er in de Heilige Schrift van het Oude Ver-
waar het veelvuldigst over
dit
onderwerp gehandeld wordt, een
woord, dat zich omkeeren beteekent. Ge wordt beschouwd als een persoon die op een
jaakt,
weg
en nu
loopt,
maar op dien weg
in
de verkeerde richting
wordt u toegeroepen, dat ge op dien weg u om
zijt
ge-
zult keeren
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's