E voto Dordraceno - pagina 26
ZONDAG
14
Het troost u
maar omdat
I.
HOOFDSTUK
niet maar, doordien het u een
Hl.
kans opent
om
te
ontkomen,
het u opeens een gevoel geeft van onverwinlijkheid en on-
aantastbaarheid,
ja,
van triumf en zegepraal over
uw
vijand.
Het beeld is niet eigenlijk aan de slavernij, maar aan het leenstelsel en het denkbeeld van souvereiniteit ontleend; een verschil, waar scherp
op dient
gelet.
Nooit zou een Ursinus of Olevianus de verlaging van onze menschelijke natuur hebben aangewild,
maar een
slaaf van
om
te
zeggen: „Mijn troost
Christus ben!"
is,
dat ik niet
en nooit zou ons van
Spanje
vrij,
vrij-
in zulk een beeld van geestelijke slavernij de uitdrukking hebben begroet van den besten en eenigen troost in leven en in sterven. Heel het denkbeeld van slavernij moet dus weg, en dat er staat: ,, Jezus heeft voor mij betaald" zegt wel dat hij den schuldeischer voor mij stilde, maar volstrekt niet, dat er nu een slavenband ontstond.
gevochten volk
„geweld van den Duivel" wat zeggen wil in de macht van den Duivel is. In de Middeleeuwen heerschte hier het leenstelsel, en ook onze Hervormers waren onder den invloed van dit leenstelsel opgegroeid. Naar luid van dit stelsel nu woonde de gewone man op het erf van een machtig heer, en deze heer had nu aanspraak op zijn dienst en toewijding, maar nam dan ook de verplichting op zich om zulk een leenman tegen alle Uitgangspunt
is
hier
het
dat de zondaar buiten Christus
geweld van vreemden te beschermen. Stond men op zich zelf of bezat men zelf een kleine macht, dan stond men voor eigen hoofde, en als er dan een machtiger kwam, dan stond men weerloos, en nooit ontbrak het aan booze geweldenaars, die zulke weerloozen aanvielen en opslokten. In zulk een verlegenheid deden deze weerloozen dan meest aanzoek bij een machtig heer of hij hen onder zijn gebied en onder zijn bescherming wilde nemen. En nam zulk een machtig heer dit aan, en woonden ze dus zijn erf, en wist ieder buiten af: „Zoo ge aan deze lieden neemt die machtige heer het voor hen op", dan was opeens alle angst voor deze eerst weerloozen verdwenen, dan dorst niemand hun meer kwaad doen en woonden ze in rust en vree. En hiermee nu vergelijkt de Catechismus den toestand van een zondaar
voortaan op raakt,
buiten Jezus en onder Jezus' hoede.
Een zondaar buiten Jezus is een vrijgeërfde, die op zichzelf staat, die uit eigen macht leeft, die voor eigen rekening zaken drijft, en als er ongeval komt, zelf moet zien, hoe hij zich redt. En dit nu bekomt aan den zondaar bitter zuur. Want naast hem woont een machtig geweldenaar. Die geweldenaar heet Satan. En wat hij er ook
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's