E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 374
Derde deel
376
ZOXD.
XXXII. HOOFDSTUK
VII.
doel heeft,
om
Hem.
u geroepen heeft uit de duisternis tot zijn wonderbaar licht."
die
kan
Hieruit
uw
aan de ongeloovige wereld „de deugden
clan
ook wel een tweede
godzaligen wandel eenige van
worden; maar
nen en
voorop
zien
verkondigen van
dat namelijk door
iets voortvloeien,
die ongeloovigen voor Christus
gewon-
de Catechismus eerst in de tweede plaats,
stelt
gaat, dat de strekking
dig leven dit
werken
dit
te
uw
van
godzalig, matig en rechtvaar-
moet wezen, dat de menschen, die rondom u zijn, uw goede mogen en uw Vader die in de hemelen is verheerlijken.
Zoo schuift dus tusschen de stomme, zwijgende en onbewuste aanbidding der
natuur, en de bewuste, jubelende en dankende aanbidding van Gods
een
heiligen,
derde soort van prijs voor God den Heere in: die prüs en
Hem moet worden toegebracht door alle engel Hem afgevallen is. Er is, gelijk de heilige
verheerlijking namelijk, die
en
menschenkind, dat van
alle
apostel Paulus (Rom. III: 26) zegt, ook eene hetooniyig van Gods rechtvaar-
digheid opdat Hij rechtvaardig
gerechtvaardigd als
schoot
zij,
of gelijk wij zouden zeggen: opdat Hij
De verdenking mag
worde.
niet op
God
Hij tekort in zijn Goddelijk raadsplan, of als
blijven rusten,
had Hij
in zijn
raadslag zich vergist; en daarom kan de historie der wereld niet tot ruste
komen, zoolang het zoo vaak nog den Gods dat
schijn heeft, alsof Satan triomfeert,
belofte faalt en zijn heilige wil schipbreuk
eisch,
het einde der dingen zelfs de verlorenen in de hel, in hun eigen
in
overtuigd
consciënte
zijnde,
zullen
moeten erkennen, dat Gods oordeel
naar recht, en hnn verdoemenis rechtvaardig
God e
Vandaar de
lijdt.
gelijk
moeten geven. En
dit
Ook de
is.
hel zal
eeuwig
nu moet ten deele ook reeds op aarde
plaats grypen van de zijde der ongeloovigen. Gelijk Nebucadnezar eindigt
met den God des hemels *
zich
lof
en eere
te geven,
stof en assche vernederde, zoo
in
moet
en de koning van Ninevé
er
ook aan de ongeloovige
wereld een getuigenis ontlokt worden, dat God wel waarlijk in zyn Heiligen krachten werkt. Dit nu geschiedt op velerlei manier. Het
kwam
voor in de eerste dagen
der Christenheid, toen heel de wereld verbaasd stond over de openbaring
van zulk een
kerngezond en innig liefdeleven
frisch
onder elkander hadden uit
der
den
mond van
Christenen
;
en nog verneemt
men
ongeloovigen, dat zich in het leven en de veerkracht
vaak krachten openbaren,
die
hun verwondering gaande
maken. Maar meestal gaat zulk een getuigenis thans en
terwyl
tegen
den
hen toch
tendom
het
uit
door de historie,
hedendaagsch geslacht der ongeloovigen zich
Christus
Gods
niet nalaten, in
als de Christenen
niet zelden een getuigenis
vroeger
keert,
kunnen de
fel
en ruw
historieschrijvers ook onder
den onmetelijken zegen
te
roemen, dien het Chris-
eeuwen over het Romeinsche
rijk
en de nog onbe-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's