E voto Dordraceno - pagina 485
ZONDAG
XVII.
HOOFDSTUK
473
I.
op eiken Paaschmorgen tegen het heidensche Azië en Afrika inklonk. De strijd was volstreden. Satans macht was ofoorgebroken. Europa, dat van Immanuëls Verrijzenis zong voerde den scepter over alle volken der heidenen.
Daarom lag boom voor de
er
een kracht, een zedelijke beteekenis, een machtige hef-
veredeling van
ons geslacht in, zoolang nog de groote ook met een geveinsdelijke onderwerping, nog aan de belijdenis van dit feit vasthield. De beschaamdheid om voor zijn nletgelooven aan dit feit uit te komen, was een kostelijk teeken van de kracht die Christus over de zielen oefende. Het was een stil erkennen, dat toch eigenlijk de Christelijke wereld met haar geopend graf zedelijk hooger stond dan de heidensche wereld, die zich in het bouwen van een praalmassa,
zij
het
monument over dat graf En zoo bleef het, tot
uitputte.
het
in
deze kwarteeuw eindelijk kenterde.
De
booze onwil greep eindelijk de schaamteloosheid aan, ze wierp het masker harer Christelijkheid af, en toen ten leste de loochening van het feit van Jezus' Opstanding weer algemeen wierd, zonk de levenstoon onzer beschaafde klasse opeens van haar Christelijk standpunt terug naar het heidensch niveau. Het wierd weer als
in
Heeren. Slechts een kleine groep die
blij
de eerste en tweede eeuw onzes
op het Paaschfeest van Jezus'
verrijzenis uit het graf dorst jubelen; meest onder de slaven en slavinnen,
onder visschers en handwerkslieden; onder de kleinen en eenvoudigen in den lande; soms onder hen die eens hoeren en tollenaren waren. En daarnaast en daartegenover de breede schare en dichte massa van de
Romeinsche en Grieksche wereld, die beschaafd en fijn in vormen en geleerd en ontwikkeld, met het kruis van den Nazarener den spot dreven en lachten met onheiligen spotlach als ze van de Verrijzenis van dien Nazarener hoorden jubelen. lieden der
Teruggang
alzoo,
een beslist terugvallen en terugzinken van het ge-
doopte gekerstende Europa
tot
en machteloosheid, waarin
het keizerlijk
zestien
de heidensche laagte en onbeduidendheid
eeuwen gelaten had. Een
de glorie,
al
af- en
Rome
ons werelddeel voor nu
wegwerpen van
de zedelijke hoogheid, die hun
al den zegen, al geopend graf van den nogmaals te verzinken in de
uit het
Rabbi van Nazareth was toegekomen, om schamele schraal- en schrielheid van het Scepticisme (Twijfelzucht)
nogmaals
;
zich
vergapen aan de zondige bezwering van dooden of aan de mysteriën van het Mesmerisme; zich nogmaals te verliezen in zinnendienst en brooddronkenheid; en nogmaals genot te gaan putten uit de bespotting te
van die kleine schare, die onder schimp en verguizing door, onder het ^eldteeken van het kruis van Christus haar pelgrimstocht blijft voortzetten. Dat men daarom toch ophoude met op Paaschmorgen de mishandelde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's