E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 483
Derde deel
ZOND. XXXIVft.
de andere slechts ten in
de geboden,
De
deele.
maar
het tweetal Tafelen,
HOOFDSTUK V.
beslissing
kan dus
485
worden
niet gezocht
den inhoud. Voorop staan blijkbaar
ligt in
onze verhouding tegenover God, en achteraan
die doelen op
komen de geboden, die doelen op onze verhouding tegenover onzen naaste. En hierby nu verschilde men niet over de 4 eerste, noch over de 5 laatste geboden, maar uitsluitend over het 5e. Van dit gebod toch oordeelde de één, dat het nog bij de eerste reeks omdat
hoorde,
het de betrekking regelt tegenover hen, die
God
over
ons-~y.
terwijl de ander achtte, dat het bij de tweede reeks was te omdat immers toch ook onze ouders menschen, en in zooverre onze naasten zijn. Terecht merkt Calvijn op, dat men elkanders meening in deze zaak niet te scherp moet aanvechten en dat desniettemin bijna
gesteld heeft,
voegen,
;
Gereformeerden het 5e gebod
alle
ook uitsluitend aan Matth.
somming
geeft
XIX
de tweede Tafel rekenen,
bij
dan
waar de Heere Christus een
18, 19,
:
ligt
van de geboden, beginnende met het 6e
op-
„Gij zult niet
:
dooden"; en er dan het gebod van het eeren onzer ouders aan toevoegt. Sterk tot
intusschen deze bewijsgrond
is
niet.
Vooreerst toch spreekt Christus
den rijken jongeling van de geboden in het algemeen, zoodat er geen
enkele reden
is,
waarom
zich tot de geboden
hij
van de eerste Tafel zou
Ten tweede noemt Paulus het 6e gebod niet, ofschoon hij drukkelijk zegt de geboden van de tweede Tafel op te noemen, en bepalen.
Zoodanig toch alleen aangeeft het
En
9.
Matth.
weglaat
eindelijk
XIX en
;
:
verdient het
18 er
het
eerst
XIX
:
deze quaestie als uitgemaakt
gezegd
wendig,
te
8e en 9e gebod
Te,
als
Rom XIII
:
aandacht, dat de Heere Jezus in
de
zeer
6e,
en 10e gebod. Zie
noemt
;
dan het 10e
ten slotte eerst het 5e aan toevoegt. Dit toch toont ge-
noegzaam, dat Matth.
Eerlijk
6e, 7e, 8e, 9e
uit-
is
op zich zelf nog geen recht
18 te
om
beschouwen.
heel deze wijze
oppervlakkig en
geeft,
van redeneering ons dan ook
te doelloos.
of ik al besluit, dat het 5e gebod
bij
Wat
te uit-
geeft het toch op zich zelf,
de eerste, of dat het tot de tweede
gewonnen voor het recht verstand der Wet? Immers neen, wat zij, die, gelijk Calvijn, het bij de tweede Tafel nemen, stemmen toch alleszins toe, dat ook de quaestie van het Overheidsgezag Tafel hoort? Is hiermee iets
er
onder
schuilt
ontkennen
in het
;
en omgekeerd, zy die het by de eerste Tafel voegen,
minst
niet,
naaste regelt. Feitelijk erkent
dat het ook een der verhoudingen tot den
men
dus beiderzyds dat
gebod in zeker
dit
opzicht een tweeslachtig karakter draagt, en eenerzijds wortelt in de liefde die
we aan
zyn. Het
God, en anderzijds in de
komt ons daarom
liefde, die
we den
doeltreffender voor geheel de
naaste schuldig
Wet
in haar sa-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's