GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 417

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 417

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG hoe kan

dit

XV.

HOOFDSTUK

405

IV.

God de Heere, die u van voren en van achteren en indien Hij het weet, kan Hij het dan weten zonder

zonder dat

bezet, het weet;

hebben ? Reeds onder menschen kunt gij, die zelf onheilig zijt, niet hooren van een moeder, die haar kind mishandelt, zonder dit sterk te veroordeelen, en hoe wil God, die heilig is, dan kennis hebben van uw zondig bestaan en bedrijf, zonder daarover een veroordeeling in zijn goddelijk harte te hebben ? er een oordeel over te

moet

Hij

gaat

zitten,

maar

Hij

handelen,

rechtelijk

niet

ware dat

omdat

Hij

opzettelijk

als

rechter

bijkwam; neen, kan uw zonde niet kennen, zonder er een oordeel over te hebben; dat oordeel moet een veroordeeling zijn; en, overmits Hij uw Souverein alsof

dit

jets

majesteit

zijn

bij

uw leven en uw dood vrijmachtig gebiedt, en tegen wiens zonde overtreding was, moet deze veroordeeling voor u een vonnis zijn, waar uw wel en wee voor eeuwig van afhangt. die over

is,

wet

uw

Een vonnis nu

heette oudtijds doem, en naardien het oordeel, dat in de

Heeren gesproken wordt, zooveel hooger

vierschaar des Heeren

staat

dan

een rechtspraak van menschen, heeft onze schoone taal nu onderscheid

gemaakt en gebruikt ze vonnis voor een oordeel van den menschelijken rechter en

Kon

doem voor

dit oordeel,

tijdelijke

het oordeel dat

God

spreekt.

deze ,,doem", nu getemperd

zijn,

en slechts tot kleine

woord „doem" gebleven Het oordeel des Heeren Heeren kon niet anders

straf veroordeelen,

zoo zou het

bij

dit

Maar dat kon niet. dan volstrekt veroordeelend zijn. Omdat het zonde tegen de hoogste Majesteit was, zoo moest ook de „doem" luiden: De hoogste straf naar lijf en ziel, nu en eeuwig. Dit nu noemt onze taal: verdoemenisse; het bangste woord dat ze in haar taalschat bezit. Verdoemen is zóó doemen, dat gij er geheel en volstrekt mee weg zijt. Verdoeme/7/55e duidt den toestand aan waarin dit schriklijk feit, dat God u verdoemt, u brengt. En „eeuwige" verdoemenisse verscherpt dit nog door de bijvoeging, dat er geen eind aan komt en geen verandering in is. Geen Lazarus die naar den rijken man mag komen, om met een druppel aan het uiterste zijns vingers zijn gloeiende zijn.

tong

te

verkoelen.

Er liggen

in

deze eeuwige verdoemenisse dus drie dingen

doemschuldig, van dood.

En

God

veroordeeld, door

God geworpen

in

in.

Voor God

den eeuwigen

hiertegenover belijdt nu de Catechismus, dat de Middelaar „door

met het eenige zoenoffer, ons

lijf en ziele van de eeuwige verdoemenisse verloste en ons verwierf Gods genade, gerechtigheid en het eeuwise leven.

zijn lijden, als

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 417

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's