GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 372

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 372

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

360 van

Heere wegliep: „Hierin

zijn

HOOFDSTUK

XIII.

IV.

mijn eenige troost, dat ik niet mijns,

is

maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen

ben, die mij uit

!"

het geweld des Duivels verlost heeft

En nu, is het niet goddelijk schoon, zoo wonderbaar als het goddelijk mededoogen ons wist om te zetten ? In het paradijs was het: „Niet Godes eigendom, maar mijns wil ik wezen. Mijn eigen heer en meester."

En nu

het geworden:

is

,,A1

mijn troost

is,

dat ik niet mijns,

eens anderen ben, en dat mijn Middelaar Heere over mij !" en naar ziel

De

zondaar, en daarin

uitgekomen. Hij wilde

ligt

eerst

vrij

nu

te zullen

meester

Wezen

in

maar

naar lichaam

het paradijs bedrogen

en verwierp daarom

zijn,

En toen dacht wezen, maar de teleurstellende uitkomst was, dat

de heerschappij van het Eeuwige alsnu

was

het geheimnis,

zijn eigen heer en

is,

zijn vrijheid recht kwijt

over zich.

hij

hij

was.

Satan, die 't hem had ingefluisterd: „Niet onder God moet ge staan, ge kunt als God wezen", had Adam bedrogen. Want zoo viel de mensch niet van God af, of hij bevond zich aanstonds in Satans macht, onder Satans geweld, d. i. onder de /zeerschappij van den Duivel.

Zoo had o.

hij

nu toch een heer en meester over

Als ge dat indenkt, wat het

is,

God

niet

zich, als

maar welk eenen

zijn

Heere

te

?

willen

hebben, en dan zonder het

te weten, onder Satan als zijn heere terecht komen, zeg zelf, is dat niet iets vreeselijks? Onder den Satan, die nooit liefde gekend heeft; die nooit van barmhartigheid geweten heeft; die harder dan het hardste in al zijn bestel over u is; onvermurwbaar en door geen tranen te verbidden. Die het op niets anders aanlegt dan op uw ondergang. Wiens bedrijf bij nacht en bij dag geen ander is dan om u ongelukkig te maken en te verderven en in eeuwige rampzaligheid te storten. En die onder dat alles u dan bedwelmt, en met erger dan amfioen, kostelijke droomen van geluk u laat droomen, opdat ge eens, als die bezwijmeling en die droom uit is, ontwaken zoudt in eeuwige gruwzaamheid, en hij u, als ge kermt in uw verlorenheid, gillend uit zou kunnen lachen en bespotten in

te

uw

verderf.

Welnu,

uit

die

slavernij verlost u

stille

stuiten.

macht,

uit

die

verdervende

en

onteerende

nu de Middelaar.

droom aan den rand van den afgrond slaapt, komt werking des Heiligen Geestes u plotseling die bezwijmeling Ge wordt een oogenblik wakker. Ge ziet waar ge ligt. Ge gluurt

Terwijl ge

een

vreeselijke

in

dien

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 372

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's