GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 442

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 442

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIL

ZOND. XXXIII. HOOFDSTUK

444

nog zooveel meer

wil,

waarin we

toch,

zoo

Het over stelpende gevoel van

in.

dan eindelijk ons eigen

ik in

den dood overgeven,

opkomend, zoo breed zich uitstrekkend, zoo ver

diep

verbrijzeling

yan ons leven en van ons geslacht terruggaande, en zoo hoog rechterstoel

mensch "^

tot

den

van Gods majesteit opklimmend, dat het nooit aan een éénig deze

gelukte,

Maar

schrijven.

is

in de historie

dit

diepe

ontroering volkomen naar waarheid te be-

toch

staat

vast,

dat dit gevoel van onze bepaalde

zonden zich verdiepen moet in het zondig bestand van heel ons ivezen, tot

onze

in

gaan

ontvangenis

geboorte toe; dat het van daar uit terug moet

en

zonde van heel ons geslacht en de erfschuld van

tot in de

Adam;

en dat het alzoo moet worden een ontwaren van den toorn Gods die over heel ons geslacht zich uitbreidt en tegen onze zonden, onze zondige natuur

en heel onzen persoon brandt. Het gevoel van doemwaardigheid, verlorenheid en hulpeloosheid

ding

zijn,

moet

niet alleen een gevoel

maar een gevoel

als

een

ge

u gevoelen,

maar

ongelukkige,

om

dat als

God rechtvaardig een

waarachtige

de

van behoefte aan is in

rechtvaardiglijk verbrijzeling

van

zijn toorn.

red-

Niet

verdoemde moet

uw

ziel te

ont-

waren.

En daartegenover moet dan de Middelaar u verschijnen in al zijn rijkdom en volheid. Hij moet niet maar een naam voor u zijn, een klank, een persoon, maar zijn rijke Middelaarsvolheid moet zich in u ontdekken. Hij

God en mensch.

er ten slotte niets

Z uw

En

toestand.

deeltje

Hij de

Zone Gods en de Zoon des menschen. Tot

aan hem noch

in

hem

en elk stukske van dat werk

als

dat ge niet voelt passen op

is,

dan toekomt aan

als ge

Middelaarswerk, moet elk

zijn

een diamant voor u schitteren,

zoodat ook dat werk van den Middelaar in

de volheid en den rijkdom

al

der Goddelijke ontferming voor u blinken ga, en bltjke te passen

zonden en in

uw

uw

ellende.

En

dan moet ge ten

zielsblik

leste

van deze beide opklimmen

Eeuwige Wezen, de Bron en Springader van tegen

alle

wiens glorie deze uwe zonde vloekt, en

goudstroom van genade u

bij

toevloeit;

om nu,

als

uit

tot het

genade en ontferming,

wiens Vaderhart deze

waart ge in de vierschaar

des Eeuwigen opgeheven, de goddelijke worstehng tusschen toorn en

ferming zoo

uw

staan zoo zond en geneade tegenover elkander

te doorleven, alsof het geheele

ont-

heilswerk alleen voor u ge-

schied ware, tot ge eindelijk de u zaligende roepstem des Zoons verneemt:

Ik heb verzoening ook voor

Zoo

heeft het

dan ook

hem gevonden.

feitelijk plaats; alleen

maar de één

zal dit alles

van stadie tot stadie met heldere bewustheid doorleven; een tweede er slechts een

zal

vagen indruk van ontvangen; en een derde alleen weten,

dat er iets ontzaglijks in zijn

ziel

omging, maar zonder dat

hij

de kennisse

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 442

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's