GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 526

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 526

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

-

528

XXXIVÖ. HOOFDSTUK

ZOXD.

IV.

verder niet uitgeweid. Ieder kent deze zoude uit zijn eigen

meesten

van hun

uit de ervaring

kwaad nog voortwoekeren, kan de zonde nog dagen dan soort

Dit t

een

van

zelfs

dood tusschen beide

de

als

komen, en

niet tot rust

soort

Soms

eigen hart.

omgeving; de ziet

men

trad. Zelfs

worden de

niet zelden

heilige dagen, ev de vereering der

dit

dan

sterf-

dooden een

ciilte.

nu brengt ons vanzelf op den tweeden vorm, dien deze zonde aan

neemt, de

vereering

van gestorvenen.

we nu

doelen

Hierbij

niet op de

kransen- en bloemenversiering, noch op de monumentale vereering op onze graven. Dit alles toch geldt nog het Voorwerp onzer liefde als zoodanig,

en behoort dus

bij

de eerste categorie. Een gewijzigden

vorm neemt deze

zonde eerst aan, zoo ze een zelfzuchtiger karakter erlangt, en minder de c toewijding zijner liefde,

dan veel meer

Het geldt hier

zelf bedoelt.

de vereering

vene heiUgen, en ten deele ook Mariolatrie, ook

in

het

dat

oog,

kwaad

dit

niet

mag

nemen we

in bescherming,

hulpe

voor

zich

van de gestordeze

laatste de

Xu houde men wel

door op de eere en de

bestreden,

uitnemendheid van deze gestorvene personen af ligverklaring

al is bij

vereering volstrekt niet weggevallen.

bewonderende .^

van

het inroepen

dan met name

te dingen. Niet elke hei-

maar wel houden we staande

vereering metterdaad eerbied voor de uitnemende

dat aan vroomheid dezer dusgenaamde heiligen ten grondslag ligt. Velen hunner hebben metterdaad tijdens hun leven den indruk gemaakt van een meer deze

geheel

'

dan aardsche toewijding, en met name van Maria mag toegegeven, dat „de gezegendste onder de vrouwen," ook als vrouw en als vrome vrouw zeer hoog

stond.

Elke

Jezus haar op de bruiloft te leeftijd

haar

om

dan ook

juist daarin, dat

gevallig

schijnen in

te

zijn,

botsing

het

ontbreekt; want dat

tegendeel

bestrafte,

en

reeds

op twaalfjarigen

maar geeft van haar karakter en haar hoogen vromen

den adel

zin in twijfel te trekken.

religie

Kana

berispte, toont wel, dat

allerminst recht

der

voor

grond

Het

ook Maria

verlijdelijke

men en

van deze soort vereering bestaat

zijn eere biedt

zoo

niet

feilen beging,

aan personen,

voelt

die G-ode wel-

men met den eisch dat men eenerzyds in

dat

komt. Het heet dan toch,

deze uitnemende personen slechts de gave Gods en het heilige voorbeeld eert,

"^

en anderzijds dat

men hun

hulpe inroept, niet als waren

zij

zelven

met goddelijke macht bekleed, maar om door hun pleit en voorbede de hulpe Gods te erlangen. Door haar scherpe onderscheiding van ]Julia(of Proskimésis) en Latria poogde de kerk van Rome zelfs het uitglijden van deze vereering in ongeoorloofde aanbidding tegen te gaan. De Latria, of eigenlijk gezegde aanhidding

kwam

alleen

Gode

toe,

en aan de heiligen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 526

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's