GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 303

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 303

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

HOOFDSTUK

XII.

291

II.

argument waarmee de echte profeet deze valsche nabootsers ontwapent? Lees het maar in Jeremia II 16 v.v.: „Hoor niet naar de woorden der profeten, zegt de Heere der heirscharen, want ze spreken het gezicht van hun eigen hart, en niet uit mijnen mond; want wie hunner heeft in den raad des Heeren gestaan, en zijn woord gezien of gehoord?" :

Dit

helder, doorzichtig en eenvoudig.

is

Er

is

een raad des Heeren, Die raad

uit zich zelf in dien

van

al

raad ingluren.

verborgen. Geen zondaar kan

is

Ook komt hem op

verre na de kennisse

dien raad niet toe.

Maar

waarvan de zondaar weten moet, om zijn weg wel aan te stellen; en waarvan hij geheel doordrongen moet worden, om zijn God te kunnen dienen en uitzicht te hebben op behoudenis. toch

is

er een deel in dien raad des Heeren,

kennis moet dragen; waarvan

En

het groote middel nu,

hij

waardoor

dit deel

van den raad des Heeren

aan den zondaar wordt meegedeeld, aangebracht, ingeprent en ingeplant, dat

is

het

ambt der

Profetie.

De naam van den

Profeet zegt én

tament, niets anders, dan dat

hij

in

het

Oude én

in

het

Nieuwe Tes-

aankondiger, overbrenger, mededeeler,

met de bijgedachte, dat dit uitspreken en aankondigen niet aan zijn willekeur hangt, maar met drang en overmacht hem tot noodwendigheid wordt. Een „vuur in de beenderen" zooals Jeremia het uitriep. Dat hij wilde

berichtgever, uitspreker

zwijgen,

maar

niet

is;

slechts

kon: „Heere,

gij

zijt

mij

te

sterk geweest,

en

hebt

overmocht". Intusschen

onderscheide

men

hier

nu

wel

tusschen den eigenlijken

Profeet en de ondergeschikte hulp-proieten.

Jezus alleen

is

de Profeet, Maar gelijk een Commissaris die

in

eenig

werk door den Koning is aangesteld, voor zoover hij niet alles zelf kan doen weer op zijn beurt commissarissen onder zich en in zijn naam aanstelt, die hem vertegenwoordigen, zoo ook ging het toe bij dit Profetisch ambt.

Het ambt droeg en draagt de Christus. Het Profetisch ambt voor heel de kerk door alle eeuwen en onder alle volk. Maar overmits hij zelf niet allerwegen persoonlijk dit ambt in zijn volledigheid bedienen kon, heeft de Profeet weer andere profeten onder zich

als

zijn

hulpe

aangesteld,

die

nu

in

zijn

naam

als

profeten

optreden.

ambt naast hem of boven hem, maar bleven ze de organen waarvan bediende, om zelf zijn eigen ambt door hen te kunnen bedienen. Hierin ontvingen echter deze onder-profeten volstrekt geen

of rang hij

zich

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 303

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's