E voto Dordraceno - pagina 313
ZONDAG
Wat hoofdzaak
HOOFDSTUK
XII.
en wat bijzaak
is,
moet
niet
naar óns afgemeten, maar
naar God. En doen we dat, dan springt het voor God den Heere voorop staat dat Hij zijn vange, en eerst daarna, en
in
301
IV.
terstond in het oog, dat lof
en dank en eere ont-
de tweede plaats, onze Verzoening aan de
orde komt.
Van de
van het offer voor de het dank- en wezenlijke en het eigenlijke en eeuwigdurende, terwijl lof- en liefdeoffer de offerande voor de zonde slechts tusschen intreedt en slechts eenmaal
zonde en
tweeërlei
priesterlijke
die der offers
bediening,
van dank en
liefde,
die is
derhalve
geschiedt.
Ge moogt dus
de valsche en onware voorstelling aankleven,
niet langer
van dank en lof en eere slechts een overdrachtelijke uitdrukking ware voor het doen van uw plicht en het nakomen van uw roeping. Neen, als de psalmist jubelt: „Ik zal U offeren een offerande van dankzegging en den Naam des Heeren aanroepen", dan is dit niet alsof een offerande
beeldspreukig,
maar
zeer wezenlijk gemeend.
En de
proef op de
som
is
wel, dat de Heere in het aanschouwelijk onderwijs door de ceremoniën volstrekt niet alleen zoenoffers,
maar ook even
stellig
dankoffers
had
ingesteld.
Zoo is er dus tweeërlei priesterlijke daad. De ééne bestaande in het brengen van zoenoffers, de andere in het brengen van dankoffers en, dit tweeërlei karakter van het Priesterschap moet alzoo onderscheiden, dat de priester der dankof f erande het oorspronkelijke en algemeene begrip aanduidt, terwijl de priester der verzoening slechts om der zonde wil tusschenbeide
is
ingekomen.
Toch moeten we, om
volkomen helderheid te geraken, nog één wat het eigenlijk terrein is van ons menwaarop het Priesterschap vanzelf ontluikt. En dan kan tot
trede dieper afdalen, en vragen, schelijk
leven,
ons menschelijk leven ons hoofd, ons hart en onze hand de drie deelen onzes lichaams zijn, die ons als symbool en
kwalijk
ontkend,
dat
in
instrument dienen voor drieërlei onderscheiden zaak, waarin
en verwikkeld worden. Er
is
we gemengd
een wereld der kennisse en van het bewust-
die vanzelf wijst op ons hoofd. Er is een wereld van aandoening, gewaarwording en liefde, die in het hart haar zetel heeft. En er is een wereld van actie, van macht en daad, die gesymboliseerd wordt door de zijn,
sterke hand.
Die dicht,
drieërlei
maar
wereld van kennis, liefde en macht hebben niet wij ver-
heeft
ons het hoofd gaf
God
alzoo voor ons geschapen, en Hij
om met
die wereld der kennis,
het hart
was
het,
die
om met
die
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's