E voto Dordraceno - pagina 327
ZONDAG
XII.
HOOFDSTUK
315
VI.
aan allen man in dit volk het zegel der gerechtigheid in de besnijdenis; maar na hen nu alzoo verkoren en gezegeld te hebben, zegt de Heere alsnu tot hen: „U, gelijk ge daar nu staat als mijn verkorenen en mijn gezegelden, u sluit ik, om uw overtreding, na u eerst geroepen te hebben
van mijn priesterschap uit. Gij kunt het niet bedienen." Het diepe van deze vernedering springt in het oog. Als zelfs het uitverkoren en besneden volk geen priesterschap meer vervullen kon, wie dan ? Zoo ligt dus alle mensch, die zondaar wierd, hiermee in zijn smaad en verwerping van het priesterschap neder.
En opdat
nóg sterker zou uitkomen, en niemand wanen zou, dat
dit
Aaron zelf ten minste krachtens eigen persoonswaardigheid kunnen zijn, wordt alles er op ingericht om den persoon
priester tot
zou
niets
te
herleiden.
Daarom wordt
het priesterschap erfelijk.
naneef van Aaron kon priester
De onbeduidendste
terwijl de
zijn,
en minste
vroomste en heiligste
man
Juda voor altoos was uitgesloten. En meer nog.
uit
liet God de Heere hem ceremonieel zoo rein wasschen, en zalven en andere kleederen aantrekken en het bloed voor hem sprengen, dat ieder zien kon: het is niet om wat in dien
Als nu iemand priester wierd, dan
eerst
man is, maar niettegenstaande Gods roeping. En opdat dit alleszeggende
onbekwaamheid
zijn
feit
en
onreinheid,
om
nimmer vergeten kon worden, moest
die reiniging telkens bij den priesterdienst herhaald, en gedurig eerst voor
den priester zelven bloed gestort worden.
Zoo wist men dus: lijk
uit
2o.
was; en
lo.
dat
dat dit schaduwachtig priesterschap niet wezen-
mensch, die zondaar wierd, hierdoor vanzelf
alle
voor
het priesterschap uitgevallen en
kwaam
de
bediening
er
van
onbe-
was.
Ten derde
zij
opgemerkt, dat Aarons priesterschap volstrekt niet alleen
een priesterschap der Verzoening was. Dit wordt vaak zoo pelijk dat
men, omdat
bijkwam, hierdoor
En
zijn
gemeend en opgevat, en er
aandacht uitsluitend
toch, het
is
niet zoo.
Ongetwijfeld
is
er in de bediening
beeldend
priesterschap
zelfs licht begrij-
is
een
zeer
liet
boeien.
van Aarons schaduwachtig en voorbreede plaats aan de bediening der
verzoening ingeruimd, maar toch, hieraan strekt niet op.
het
onder zondaren altoos offerande voor de zonde
gaat
zijn
priesterschap
vol-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's