GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 448

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 448

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

436

de gemeenschap met dat

HOOFDSTUK

XVI,

Wezen

is

II.

afgeraakt, afrakende of geheel afge-

graad dood. De eeuwige dood in de hel, is de volstrekte afsnijding van de gemeenschap met den Heere onzen God. De dood in de ziel, die we hier op aarde omdragen, is afgesneden zijn van God in het diepste van ons wezen. De dood als we sterven, is wanneer God de Heere lossnijdt den band die ziel en lichaam saambond, die door Hem in onze schepping was gelegd. sneden,

is

in

allerlei

daarmee de geheel evenvervreemding van God, verwijdering van God, afgesneden worden van God. En in dit alles in de straffe en het wezen van den dood. Leeft ge nu in de gemeenschap met God, dan gelooft gij Hem. Hem niet gelooven is u van Hem afkeeren (Zie Hebr. X 39). Hem wel gelooven is u aan Hem aansluiten. Alle ongeloof aan de waarheid Gods sleept dus noodzakelijk als straf vervreemding van Hem en alzoo den dood na zich. En ook leeft ge in gemeenschap met God, dan is Hij uw Wetgever; dan is Hij voor u de Bepaler van wat goed en kwaad is, dan is Hij Het natuurlijk en noodzakelijk gevolg, en

redige en onafwendbare straf voor alle zonde

is:

:

uw

Rechter. Gij wilt en kent geen ander.

palen en uitmaken wat goed of

kwaad

Maar

zegt ge: Ik wil zelf be-

zei ven een wet zijn; dan natuurlijk vervreemdt ge u geheel van Hem, raakt van Hem af, en moet als noodzakelijke straf de volstrekte afsnijding van het Eeuwige Wezen, dat is den dood, den eeuwigen

en mij

ik zal mij

zelf als rechter beoordeelen;

dood dragen. Er kan dus,

Hem Hem

is;

tot

Gods Waarheid, zoo

gij

leugenaar hebt gemaakt, en aan Gods Gerechtigheid, zoo

gij

het recht

het ligt klaar voor oogen, aan

om

u de wet te stellen betwist en ontnomen hebt,

anders voldaan worden, dan door Blijft dit

mv

nu op u liggen, en moet

gij

ingaan

in

niet

den eeuwigen dood.

deze straf zelf dragen, welnu, dan

doet ge daar ook eeuwig over, komt ge er nooit onder

uit, en zijt dus geen uitweg. Als het tusschen de majesteit van Gods eer en recht, en tusschen u als nietig, zondig schepsel staat, dan is er voor u geen ontkomen. Gij bezwijkt en bezwijkt eeuwiglijk Een ontkomen, een komen tot verlossing en vrijmaking is er voor u alleen dan, als twee voorwaarden vervuld worden: lo. dat ge een plaatsbekleedenden Borg vindt; en 2o. zoo deze Borg een eeuwigen doem dragen

voor eeuwig rampzalig. Er

en voleinden kan

En

zie,

in

is

een spanne des

tijds.

deze beide voorwaarden zijn vervuld. Dat juist

is

het diepe

mysterie des heils, de verborgenheid der godzaligheid.

Vooreerst toch er

is

een Borg voor u opgetreden. Niet pas na

uw

val

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 448

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's