GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 131

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 131

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG in

drie,

maar

van wat we

in

liefst

VII.

HOOFDSTUK

vier stiii<ken behandelen,

en

in

119

I.

dit

eerste

stui<:

spreken

betitelen als de goddelijke schifting.

Immers tot op Vraag 19 gaan alle Arminianen met ons mede, maar aan Vraag 20 toegekomen, nemen ze afscheid van ons, om af te dolen op hun eigen paden; en wij op onze beurt moeten hen bij deze Vraag wel den scheidsbrief uitreiken, want door

bij dit kruispunt van den weg ook maar tien voetstappen op hun doolpad mee te gaan, raakten we zelven van den weg der waarheid af. Tot dusverre was beleden en geleerd, dat God de Heere het menschdom schiep als één geslacht; dat door den stamvader van dit geslacht in heel dit menschdom zonde en verderf was gevaren; dat dit onder doem gezonken geslacht onredbaar was, tenzij er een mensch als Middelaar verscheen die zelf God kon zijn; en dat nu werkelijk zulk een wondere Middelaar in Jezus Christus was verschenen. Hierop nu heeft de Arminiaan op zichzelf niet tegen. Hij moge over den samenhang van onze schuld met de schuld van Adam anders denken dan wij; en ook het wezen van het bederf der zonde anders opvatten; maar in meer oppervlakkigen zin erkent ook hij toch, dat we een Middelaar van noode hebben, geeft hij ook toe, dat deze Middelaar goddelijke majesteit in zich moet dragen, om het werk der verlossing tot stand te kunnen brengen; en belijdt ook hij met ons, dat in onzen Heere Jezus Christus metterdaad zulk een genoegzaam Middelaar verscheen. Doch, en ziehier nu zijn fout, dan, zoo roept hij ons toe, moet die Jezus ook een Middelaar voor alle menschen willen wezen. ,,Gij leert zelf", zoo voert hij ons dan tegen, ,,dat Adam de wrange vrucht zijner zonde geteeld heeft voor allen, die tot zijn geslacht behoorden, zoo moet ge dan ook toestemmen, dat evenzoo de tweede Adam de gave, rijpe, geurige vrucht van zijn verzoeningswerk evenzoo voor alle menschen droeg." ,,Is het een zaak van heel ons geslacht bij het inkomen der zonde, dan", zoo beweert de Arminiaan, ,,moet het ook een zaak van heel ons geslacht zijn bij het uitsnijden van de zonde". „Zooals het met de zonde staat, zóó ook moet het met de verlossing van zonde toegaan!" Getuigt", zoo besluit men dan gewoonlijk, „getuigt niet de Apostel zelf met zoovele woorden, dat, indien door de misdaad van éénen velen gestorven zijn, de gave der genade, die daar is van éénen mensch Jezus Christus, veel meer overvloedig is geweest over velen?" En ja, dat is ook zoo; dat zegt Paulus in Rom. V 15. Maar als ge dit zeggen van Paulus even indenkt, zult ge aanstonds gevoelen, dat de ,,

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 131

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's