GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 273

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 273

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG ten indenken.

HOOFDSTUK

261

II.

Aan de oude bedeeling

aardschen zegen

kleeft altoos de toezegging van land „van melk en honig overvloeiende". Zegt ge dat land van melk en honig was dan ook de eigenlijke

in het

wonen in waarmee God de gerechtigheid van

nu: het zegen,

XI.

zijn volk kroonde, dan staat beneden menig heidensch volk; want onder de heidensche volken wierd veelszins op vergelding na den dood en op een hooger goed dan „melk en honig" gezien. Op die manier snijdt men de zenuw van heel de openbaring door en maakt men het Oude Testament verachtelijk. Erkent men daarentegen, dat dit alles slechts sacramenteel en typisch was, zoo gaat er op eenmaal een heerlijk licht op. Dan toch merkt ge dat dit

Israël zelfs verre

voor de kerk des Ouden Verbonds slechts een spiegel en afschaduwing was, waarin de verkorenen des Heeren een beeld zagen van het hemelsche en toekomende geestelijke goed. En zoo opgevat, droeg Jezus dus niet alles

een

naam

dien toevaIligerv\q"js ook Jozua, de zoon van Nun, en Jozua de

hoogepriester, in Zacharia's dagen gedragen had,

maar droegen omgekeerd deze beide mannen hun naam, als spiegelbeeld van Hem, die alleen en naar waarheid dien naam dragen kon. En overmits nu in Jozua de verzoeningsidée was weggebleven, doordien hij alleen krijgsman en geweldig tegen den vijand was, wordt naast Jozua, den zoon van Nun, nu ook nog Jozua, de hoogepriester, geplaatst. Eerst zoo wierd het typisch spiegelbeeld volledig:

van zonde

Verlosser,

Zaligmaker;

ja,

maar ook

Zaligmaker

i).

De beteekenis van dezen naam Jezus staat door de stellige verklaring van den engel vast: „Gij zult zijnen naam noemen Jezus, want Hij zal zijn volk zaligmaken van hunne zonde." Hier mag niet aan getornd. Dit, dit alles en niets dan dit ligt in dezen naam dien Jezus draagt in. Het is niet een naam die eenvoudig doelt op: gelukkig maken, maar zeer stellig op verlossen, want het wortelwoord duidt zeer stellig op het verlossen van iemand, die in benauwdheid of in banden ligt. En ook het duidt niet op: verlossen van min blijde omstandigheden, maar zeer bepaald op verlossen van zonde. Want wel ligt dit niet in het Hebreeuwsche woord,

1) Over de afleiding van den naam „Jezus" kan hier niet breed worden gehandeld. Van oudsher bestond hier tweeërlei gevoelen over. De ééne reeks geleerden namelijk leidde dezen naam af van Jehovah en Jascha', en vindt er de beteekenis in van: God is redder; terwijl anderen en met name onze Gereformeerde godgeleerden, liefst niet den naam van Jehovah hierin lazen, en aan den ouden hiphil-vorm van Jascha' of Wascha dachten. Dit verschil blijve hier onbeslist. Slechts zij opgemerkt dat de over-

gang in de uitspraak van Jozua op Jezus verklaard kan worden uit tweeërlei afkorting van den naam Jehovah, t. w. Jo' en Jdh of Jêh. Het pogen onzer oude Gereformeerde taaikenners vloeide voort uit de zucht, om zoo mogelijk te blijven bij Matth. I 21. :

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 273

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's