GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 413

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 413

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG de Christus

in

menschelijke natuur, naar

zijn

lijden heeft sinds

den dag der opstanding

zijner menschelijke natuur, die innerlijk

zijn

in

HOOFDSTUK

XV.

wezen, maar

Hem in

401

III.

en lichaam, maar zijn

ziel

Hij leeft

uit.

nu

in

een toestand

werpt naar den aard

in niets beperkt, in niets strijd

elk opzicht

wat

is,

Hij,

in deze menschheid bezitten moet. ook nu nog menschelijk gebleven, en niet,

goddelijke natuur,

zijner

Wel

die natuur

is

Luthersche kerk v/aarin Christus

vergoddelijkt,

ook nu nog

leeft,

is

Neen, de

o.

blijft

schelijke

ziel,

gelijk

menschelijke

de

natuur,

een geschapen natuur, die naar den

het geschapene niet oneindig

aard van ligt. Het

al

leert,

is,

maar

in het eindige besloten

ook nu nog in Hem een menschelijk lichaam en een menmet al de vermogens die tot beide behooren, maar wat drukte of benauwen kon, is uit die menschelijke natuur verdwenen; ze is vrijgemaakt; ze heeft vleugelen ontvangen; en ze

beklemt

Hem

'dient

Immanuël, maar

niet meer.

Indien er nu voor Jezus geen lijden geweest zou

zijn,

dan had Imma-

nuël reeds van de kribbe van Bethlehem in dienzelfden verheerlijkten staat

moeten verkeeren, waarin Hij nu gezeten is aan de rechterhand Gods in den hemel. Nu lijdt Hij niet. In dezen heerlijken toestand is Hij van alle lijden ontheven.

Toen

Hij in die heerlijkheid inging, gleed het lijden

dan volgt

van

Hem

af.

Maar

ook uit, dat Hij al dien tijd, dat Hij deze heerlijkheid dierf, onderworpen was. We leggen hier eenigen nadruk op, omdat men o. i. dit lijden van den Christus eer Hij aan Gethsémané toekwam, te uitwendig heeft verklaard. Men heeft gesproken van zijn „liggen in de kribbe", van den Bethlehemschen kindermoord, van de vlucht naar Egypte, van de besnijdenis, van dat Hem hongerde, van dat Hij dorst kreeg en bij Sichars put om water vroeg, en wat kleine aanduidingen er meer in de Evangeliën zijn van aan

er

lijden

gevaar, zorge en ongelegenheid.

Maar

Wat

toch deze uitlegging bevredigt niet. Ze

is

daartoe deels

te

gezocht.

toch merkt een pas geboren wicht er van, of het in een kribbe

ligt

wieg? Wat heeft een kindeke er voor wetenschap van, of zijn leven bedreigd wordt? Een enkel maal dorst te hebben rekent dit onder zoo bitter lijden mee? Of maakt het verhaal van Johannes IV (de Samaritaansche vrouw) ook maar een oogenblik den indruk, dat hier het of in een

lijden

van Jezus op den voorgrond treedt?

Ons dunkt

neen.

En zoo

hier behoefte bestaat

dat niet zoo

is,

dan beseft men toch hoe ook

aan een diepere opvatting.

Want

waarlijk,

als

de

Heere Jezus in de jaren van zijn jongelingschap en tot zijn optreden en gedurende zijn omwandelen geen dieper en banger lijden gedragen heeft, E

Voto

I

26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 413

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's