E voto Dordraceno - pagina 461
ZONDAG Zien
we nu
in
XVI.
HOOFDSTUK
het volgend hoofdstui<
Luther volgen hiertegenover
stellen,
449
V.
wat de kerken
die
Rome
en
en welk beroep ze daarbij doen op
de Heilige Schrift.
VIJFDE HOOFDSTUK. Welken God opgewekt heeft, de smarten des doods ontbonden hebbende, alzoo het niet mogelijk was, dat Hij van denzelven dood zou gehouden worden. Hand. 2 24. :
ontvouwde komt nu echter een groote menigte der aloude en hedendaagsche kerkleeraars in verzet, en beproeft
Tegen
het in ons vorig hoofdstuk
een geheel ander gevoelen staande
te
houden.
Deze zeggen namelijk, dat er sprake is van een nederdalen ter helle na Jezus' sterven; dat met zijn sterven zijn lijden ten einde was gebracht; en dat derhalve hier een zijn sterven plaats
feit,
een gebeurtenis vermeld wordt, die én na
greep én reeds behoort
tot zijn zegepraal.
Wel
zijn er
ook enkelen onder hen, wier gevoelen ten deele hier weer van afwijkt, maar zoo we, om de voorstelling niet te verwarren, deze min beduidende afwijking buiten spel laten, komt toch het hoofdgevoelen hierop neer: 1^. dat de eigenlijke nederdaling ter helle pas na den dood en de begrafenis plaatsgreep; en 2o, dat ze behoorde tot Jezus' zegepraal en triomf.
Nu nog
is
dit
dan ook
in
hoofdzaak de belijdenis der Roomsche en
Luthersche kerken, die beide deze nederdaling
ter
helle
als
een
feitelijk
en plaatselijk zich begeven naar de diepte des verderfs verklaren, en beide
aan deze plaatselijke nederdaling de strekking geven, dat het geen lijden glorie. Wel verscheelt dan nog
voor den Middelaar was, maar een daad van
de voorstelling, en geeft men achtereenvolgens als doel op:
lo.
het prediken
gestorven zijn; 2o. het verlossen
van het Evangelie aan hen, die onbekeerd van hen, die in den voorburg der hel gevangen zaten; en
3o. het triom-
maar hoe onderscheiden ook voorstelt, de hoofdzaak blijft altoos op hetzelfde neerkomen, en die hoofdzaak is, dat de nederdaling ter helle niet meer tot de vernedering, maar reeds tot de verhooging behoort, en dus niet onder het lijden doorliep, maar eerst na de begrafenis een aanvang nam. i)
feeren over de machten van dood en verdoemenis;
men
dit
1) Dat sommigen onder de Lutherschen behalve deze triomfantelijke nederdaling, nog een nederdaling der vernedering belijden, doet ter zake niets af.
£
Voto I
29
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
![E voto Dordraceno - pagina 461](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's