GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 124

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 124

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

112

vaders

in

hulkje

op

VI.

HOOFDSTUK

Christus ons steeds vermaand die

altoos naar het

kabbelende

Woord

baren

van

III.

hebben, ons

onderscheiden, of wat

te

om

gevoel

toch te

nooit in

ons

maar waar te

dobberen,

we meenen

nemen, nu waarlijk geestelijke ervaringen, dan wel niets dan gevoelswiegelingen onzer ziele zijn. ,,Tot het Woord en het Getuigenis!" is en blijft

daarom de

leus

van

al

geestelijke ervaring volgen,

maar

Gods gehoorzame kinderen. En mag er dan sluiten ze daarom later de Schrift niet

dan

ook dus nog die Schrift erkennen als de bron waaruit het bewustzijn gevoerd wierd, en blijven eeniglijk aan die Schrift afmeten, of hun beweerde ervaring wel waarlijk geestelijk, en niet uit eigen veruit,

blijven

zinning was.

Ten tweede is de kerk als bron van onze geloofszekerheid hiermee afgewezen. Wel leerde Rome, „dat niemand in de Schrift gelooven zou tenzij de kerk het hem. geleerd had", maar onze vaderen hielden tegenover dit clericalistisch beweren steeds staande, dat onderwijst, en dat ze alzoo „van den

God

Heere geleerd"

zelf zijn

kinderen

meer de een ze Hem kennen

niet

den ander zeggen zullen: ,,Ken den Heere", want ,,dat zullen van hun oudste tot hun jongste toe". Dat Roomsche denkbeeld was er ten onzent dan ook geheel uitgeraakt, tot het nu weer door de tot

Ethischen

we

is

niet uit

opgerakeld.

Van Ethische

zijde

leeraart

men

de Heilige Schrift den Christus kennen, maar

namelijk, uit

dat

het leven

en de belijdenis der gemeente of der kerk; door de traditie; door middel

van het kerkelijk woord. Aanvankelijk scheen hier geen kwaad in te steken. Maar naar gelang men merkte, dat in de kringen waarin men dit rondvertelde, te gelijker tijd almeer aan het gezag der Heilige Schrift getornd wierd, begon men lont te ruiken en kwaad vermoeden te hebben.

En daarom

ook op dit punt terdege voorgelicht en behoort ze te weten, 1^. dat dit voorgeven der Ethischen in den grond niets is dan een weer doen opleven van de oude Roomsche dwaling; 20. dat in plaats van het kerkelijke gezag, wel „de belijdenis der gemeente" wordt gesteld, maar dat dit niets baat, daar het feitelijk neerkomt op een clericalistische traditie der predikanten, die geheel aan hun goedvinden is overgeleverd; en 3o. dat hetgeen er waars in hun voorgeven dient thans de gemeente

nimmer door de Gereformeerden is voorbijgezien en dus ook waarlijk niet als nieuwe vondst behoeft uitgevent. Het is namelijk volkomen waar, wat men van Ethische zijde opmerkt, dat verreweg de minste menschen door eigen lectuur uit den Bijbel tot kennis van den Middelaar zijn gekomen, en dat verreweg den meesten de eerste kennis van Immanuël is aangebracht, toen zij nog niets lazen, steekt, nooit ofte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 124

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's