GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 523

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 523

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

.

XXXIYb. HOOFDSTUK

ZOND.

De

vrijer zin des

menschen, hierin zich

kunnende verdringen, zoekt dan

niet

Wetenschap en de Kunst. Dat waarvoor men

men

ontstoken

in geestdrift

niet vindende,

afleiding in de aanbidding

zich

Natuur onder-

die ons de

werpt, treedt als triumfator voor ons, en als zijn zegekar voorbij steekt een ieder zijn wierook

En wie voor

eere biedende.

geen

en geen

tijd

Een zachte spreidt,

in die vereering der

;

„gezond verstand,"

zijn eigen

wetenschap tevens aan

de hooge inspanning die de Wetenschap vergt,

kracht heeft, welnu,

:\

-

^

hij

gaat met de Kunst dwepen.

en vleiend haar vleugelen over u

Hoe dwaas,

u zelf af

zal zijn afgod zijn. Hij loert

En

het geld.

met

neder

te pijnigen!

te verliezen

op geld,

hij

!

kweekt

dezelfde geestdrift

waarmee

in Aziës

geld

hem

is

waar niemand u

en

is alles te

kent, en mits

goud rinkinkelt,

ligt alles

al

de

in

uw

voor dat goud

hoogland de oude

Immers

wereld. Voor dat geld

is alles

beurs en buidel

f

zweert

zon.

verkrijgen. Treed een

wat ge maar

De

vreemde stad binnen

maar van

begeert, in die

het kostelyk

vreemde stad aan

voet.

En ste

één

zijn

koop,

veil, is alles te

doel-

beter.

geld, hij

hij

Meder zich nederboog voor den blinkenden goudglans van de

uw

'

hem

schort

En hoe

weet

Hij

goud maar blinken mag, buigt

als het

Wat

hier intusschen niet aan.

als geleerde

van de Kunst

utopieën

de

in

Mammon

dat

uit

-

De meer practische man wil

zich

'

en in haar aanbidding u niet slechts zelfvoldoening, maar tegelijk

de politiek?

bij

rolt, ont-

rede" en zijn eigen „denkkracht"

zijn „eigen

godesse, die streelend

zinlijk geloot biedt.

loos u

van de

waarmee men dweept gewonnen geeft, en waarvoor

De Wetenschap,

is.

en toch die macht

het dan zijn

zal

waaraan men

knielt,

525

III.

zoo zinkt

men dan

weg. Geld, het

En nu wordt

zij

het geld met volle handen gegeven en verkwist,

om maar

te genieten,

ten leste ook onder ons tot het laatste en laag-

zoo, geld is kostelijk, mits als middel, nooit als doel. 7

weelde zich

in

te

ven en den beker van het zingenot en digen.

men

En dan prachtig

;

zinlijk

genot

eerst schijnt het leven de moeite

gehuisd,

eèlste spijze zich

inschenken

om maar

baden,

le-

op de heffe te

le-

van het leven waard, zoo

gekleed, weelderig zich

fijn

tot

om maar

lekkerlijk te

bewegen kan, en de

kan laten voorzetten of den eêlsten wijn zich kan laten

ja, als

men,

in zijn

den buik gekomen, zich ten

brooddronkenheid geheel onder de macht van

slotte verdierlijken

kan

in de pestholen

van

de ontucht.

Men zegge dus gepleegd,

nooit,

dat wel de heidensche volken afgoderij hebben

maar dat wy daarvoor

te

beschaafd en te ontwikkeld zyn. Al

zulk zeggen gaat buiten de kennis van het menschelijk hartom. De oude

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 523

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's