GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 470

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 470

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

458

HOOFDSTUK

XVI,

VI.

der wereld, want dat de lieden der wereld veel meer reden hebben

duchten het oordeel dat eens over hen zal gaan. Zoo toch gaat

te

hij

om in

VS 5 voort: Dewelke zullen rekenschap geren dengene, die bereid staat

om

oordeelen de levenden en de dooden.

te

En nu

volgt hierop in vs 6

waarop Roomschen en Lutherschen zich beroepen en waar staat: is ook den dooden het Evangelie verkondigd geworden opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar den mensch in het vleesch, maar leven zouden naar God in den Geest. De vraag is natuurlijk alleen, wie onder deze dooden zijn te verstaan. het vers

Want

daartoe

Zijn hiermee bedoeld de lieden in de hel, gelijk ze nu in den voorloopigen

toestand van rampzaligheid verkeeren, of wel de nu ontslapenen, gelijk ze eertijds op deze aarde leefden ?

Er wordt van hen gezegd,

dit is

buiten

kijf,

dat aan deze dooden het

Maar wanneer is hun dit verkondigd ? Eertijds toen ze nog op aarde leefden ? Of wel nu pas, lang na hun dood door een nederdaling van den Christus in de plaatse des verderfs ? En zóó de Evangelie verkondigd

vraag gesteld, dan

is.

blijkt duidelijk

dat ze deze prediking ontvangen hebben

vóór hun sterven. Er staat toch dat ook hun het Evangelie verkondigd is, opdat ze naar den mensch in het vleesch er onder gaan, maar geestelijk

triomfeeren zouden.

Ook

hier

is

derhalve door de

prediking

des

om onzen ouden mensch we in nieuwigheid des

Evangelies dezelfde eisch gesteld die tot ons komt, te

kruisigen, te dooden, en te begraven, opdat

levens wandelen mochten.

zoo zouden ze

Hadden

ze aan deze roepstem gehoor gegeven,

den Geest getriomfeerd hebben, gelijk ze thans, wijl ze geen gehoor gaven aan die roepstem, hun oordeel wachten. En op dien grond nu is het dat de heilige apostel de Christenen vermaant, zich niet door de lieden der wereld en hun schimp te laten meein

slepen. Al schijnt het toch voor het oogenblik, alsof deze lieden der wereld

het gelukkigste deel kozen, eens zal dat anders blijken,

ook over hen geslachten

uitgaat.

die

Dan

als

het oordeel

toch zal het hun vergaan, gelijk dien velen

reeds in zonde en dood zijn weggestorven; en aan wie

ook hetzelfde Evangelie wel verkondigd was, maar die niet wilden hooren. Zoowel bij 1 Petr. III als bij 1 Petr. IV hangt dus alles aan de vraag, of de oudvaderen onder het Oude Verbond eenzelfde Evangelie met ons bezeten hebben, en of de Christus reeds in de dagen des Ouden Verbonds onder het volk optrad. Beantwoordt men deze beide vragen ontkennend en zegt men: Neen, de oudvaderen hadden niet het Evangelie, en Christus heeft hun niet gepredikt, dan natuurlijk moet er een andere gelegenheid gezocht worden,

waarop

1

Petr.

III

:

18 en

1

Petr.

IV

:

6 slaan kan. Immers er staat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 470

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's