E voto Dordraceno - pagina 263
ZONDAG En wat nu het
eindelijk
God berouwde
HOOFDSTUK
X.
251
VI.
aangaat, dat er toch van gesproken wordt, dat den mensch gemaakt had, en dat de Heere
dat Hij
Ninevé spaarde toen het zich bekeerde, en dat Hiskia nog vijftien jaren levens kreeg, zoo houde men wel in het oog, dat dit alles gesproken is naar onze voorstelling. Daartoe staat er te stellig in 1 Sam. XV 29: „Ook liegt Hij die de overwinning van Israël is niet, en het berouwt :
Hem
niet;
want Hij
is
geen
Maar overmits God de Heere
dat Hem iets berouwen zou. met ons handelen kan, dan naar den
mensch, niet
aard van ons menschelijk wezen, gelijk Hij ons
dit zelf inschiep; en ons aan den gcopenbaarden wil Gods, die altoos voorwaarden stelt, zoo volgt hieruit dat de Heere altoos met vermaan en waarschuwing, naar menschelijke wijze tot ons komt, en zich menschelijk tegen ons overstelt." Men moet dus niet zeggen, dat een uitdrukking als dat het den Heere
menschelijk wezen gebonden
berouwde een zich schikken Het
is
dat niet. Het
is
is
is
naar onze zwakheid.
strikt
en stipt een handelen en
den mensch naar de eischen van het Werkverbond.
omgaan met
i)
^) In hoofdstuk IV, pag. 233 schreven we dat een steen niet valt in het luchtledig. Hiermee is natuurlijk bedoeld, dat een steen niet vallen zou in het volstrekt ledige waarin geen lucht, noch iets was om den steen neer te trekken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's