E voto Dordraceno - pagina 316

ZONDAG

304

HOOFDSTUK

XII.

IV.

de oorspronkelijke eenheid van beider vleesch en

heid,

woord

aan

bloed

het

doen komen. En vandaar ook dat onze zaligheid, gelijk onze Confessie zoo schoon zegt, „mede aan de waarheid van Jezus' lichaam hangt", want zoo Hij niet vleesch is van ons vleesch en been van ons been en bloed van ons te

bloed, hoe zou Hij ons dan kunnen verlossen?

Wat

Johannes uitroept: „Deze

gekomen

in het vleesch

is",

is

de Antichrist, die loochent dat Jezus

hoort juist

bij

den apostel der

met deze loochening de basis zelf der liefde

En naar de zijde Gods is God de Heere schiep ons lieverlee

omdat

liefde,

Immanuël

voor

ons

weggenomen.

geslacht ware

van

van

aan zich

te

evenzoo.

dit

niet als

insecten of vogels

om

ons daarna

verbinden, maar Hij schiep ons aanstonds als

zijn beelddragers.

De saamhang met moest dus

niet eens

het

van

Eeuwige Wezen en onze aanhoorigheid tot Hem lieverlee geboren worden, neen, maar die lag in

onze schepping zelve. Hij

was

niet

God daarboven

hoog, en wij lager op aarde, en nu die

twee allengs door liefde vereenigd. Dan toch zou er nooit liefde gekomen zijn. Neen, de liefde tusschen God en zijn menschenkind wortelt evenzeer mensch tot mensch in den bodem zelf van ons als onze liefde van aanzijn en leven. Hij

we van

schiep ons naar zijn beeld en gelijkenis, en zoo hoorden

meet af en reeds krachtens onze schepping en onzen oorsprong

De band

bestond, en moest niet nog eerst gelegd.

de lucht zweven, en als

een

zijn,

liefde

zou

maar

niet in

ze

had

schoon der liefde zou eeuwiglijk dan het bewust worden en uittreden naar buiten

aanstonds haar rijken bodem. nooit iets anders

En

De

opkomen,

luchtverheveling

Hem.

bij

al het

van hetgeen van de schepping af

in

dien band des levens tusschen

God

en mensch reeds verborgen lag.

En neemt men deze twee

te

saam:

lo.

dat ge krachtens

uw God

naar Gods beeld

in

uw

één zelfden menschenstam

geboorte

ligt,

—

God

lief

uit

een band aan

ligt;

in

uw

schepping

en 2». dat ge krachtens

een band met

uw

naaste

hoog gebod: „Heb

dan springt het immers met heel uw hart en heel uw ziele, en uw naaste als u zelven", feitelijk niets anders is, dan het gebod: „Word u bewust van uw schepping en uw oorsprong en voer uit wat in die schepping en dien oorsprong u als levensprogram gegeven was!" in het oog, hoe het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen