GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 47

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

HOOFDSTUK

II.

35

III.

namaak, die uitwendig opgeschilderd is, maar dat nut tot niets. De Wet is „geestelijk" en neemt dus ook met niets minder vrede dan met een zuiver „geestelijk" werk. Op den wortel der liefde geteeld, of als nutteloos kaf verworpen. En zie, die wortel der liefde is nu niet in het hart; eer van den haat. En die giftige, die bittere wortel van den haat is in dat hart zoo krachtig en groeizaam, dat hij, hoe dikwijls ook afgesneden, altoos weer opkomt. In dat hart zijn de oorsprongen tiert

er de wortel

des

levens.

En

doodslagen, en

En

dit

is

uit

dat hart

wat

al

uw

uwer

strop die u de keel

zegt

voort,

nu het punt, waarop de

mogelijkheid van heel

te

komen

uw

Heiland, dieverijen,

boos wordt genaamd.

er

Wet

u raken

persoon en staat voor ziel

toenijpt, in

moet,

God den

om

u de on-

Heere, als een

den angst van duizend dooden

doen gevoelen. Niet, dat behoeft er

ternauwernood bijgezegd, alsof de Wet ook niet om den zondaar bij zekere mate

door genade een ophoudende kracht had,

van uitwendige rechtschapenheid en rechtvaardigheid ze zeer zeker,

men

het verschil in

Voor

dit

te houden. Dat doet waar de Wet weg is, ziet uitwendige eerbaarheid des levens maar al te duidelijk.

én in streken én

bij

volken,

aardsche leven en voor ons huislijk en burgerlijk bestaan danken

we aan den

dezer Wet,

regel

o,

zoo veel; en weet men niet wat men

aan zijn volk ontrooft, indien men de klem van die Wet des Heeren er van wegneemt. Maar daarvan wordt thans niet gehandeld. We zijn thans aan de Wet in haar geestelijk bedoelen voor God en voor de eeuwigheid. En dan komt de Wet altoos, tot een ieder, en onverbiddelijk met te zeggen:

Het moet een

al uit enkel zuivere liefde zijn!,

iegelijk,

die licht over zijn

en

het de ervaring van

blijft

hart kreeg, dat hei van nature vlak tot

het tegendeel neigt!

En zoo

stuit

het dan.

De wigge van

Wet

die

dringt

al

scherper op u toe en laat zich noch

omwoelen noch afstompen. De majesteit des Heeren Heeren weet van geen loven en bieden. Zijn eisch

is

en

blijft volstrekt.

uw natuur, die evenzoo zich in geen windselen laat wikkelen, maar onverbiddelijk altoos weer met haar aard voor den dag treedt. En daartegenover

ligt

nu immers

nu die geestelijke Wet eischt, en uw ongeestelijke natuur zich dan staan die twee vlak tegen elkaar over. En dan wordt het een worstelen, van u om die Wet weg te krijgen, en van die Wet om u open te rijten en innerlijk te verscheuren.

En

als

uitgeeft,

o.

afliet

Gij

zoudt die

en u gaan

Wet nog die Wet willen Maar dat juist gedoogt

liet.

laten,

die

als

wet

u maar Ze ontslaat

ze van niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 47

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's