De verflauwing der grenzen - pagina 99

97

Und

das Ganze klang

In lebend wirkendetn Ebengesang, Sich thate Kraft in Kraft, verzehren, Sich thate Kraft in Kraft vermehren,

Und

auf und ab sich rollend ging Das all und ein und ewig Ding, Immer verandert, immer bestandig.

Er

Das Volk: SCHULER

Cf.

o.

Goti.

ist ein

84.

p.

1.

denke men

172) Hierover

niet te licht.

betaald, teit heeft

dan de leden met

onze kinderen

ƒ

En

inkomen hebben.

toch

nog

is

ook onder lieden die geen

25 contributie,

Op

Kerk en

elk

boorte

maar

in wier uitwissching ik mij har-

175)

voor

Hyle

is

verbonden;

is

herschepping

de

naam

de

ik

met opzet het

van hemel en aarde wordt gebezigd.

Zie

5 (psychisch).

:

gegeven

die

Toch bezigde

de Schrift én voor de persoonlijke wederge-

dit in

28 (kosmisch) en Petr. 3

:

niet

Staat.

woord, overmits

én

Matth. 19

aars

moet het worden: Uiteengaan van wat

gebied

174) Palingetiesie beteekent Wedergeboorte.

Grieksche

's j

Heel wat valsche grenzen waren getrok-

samenhoort, en saamvoegen van wat door eenheid van beginsel beide in

1000

veel banger.

173) Hierop leg ik vollen nadruk.

verblijd.

ƒ

de familieongelegenheid en de ongelegenheid voor

ken, die ik in het minste niet verdedig, telijk

Er wordt soms meer voor de Kerk

gezamenlijke belastingen bedragen; en onze Vrije Universi-

wordt aan de oorspronkelijke

stof,

waaruit het geschapene dan zal zijn voortgekomen.

176) Cf. Dr.

177)

Augustinus was eerst jaren lang Manichaeër geweest.

Onder Jezus

van den Urmensch ja,

patibilis verstonden de in

leven,

als goddelijk

in

planten

op

delijk leven in zich

AuGUSTiNi,

»Et quid

est

hoc

te

Interrogavi

.

en gewassen school.

X.

eadem sunt, idem confessa sunt. animarum vivarum, & responderunt Interrogavi

auras

flabiles

&

inquit

Ed.

6.

terram,

&

Vandaar dat

om

Plant. 1576. Vol.

dixit

:

v. v.

Non sumus universus

die

i.

zij

&

abyssos,

de

alzoo godI. p.

p.

&

gi.

170^:5

Non sum, & quaecunque mare

Interrogavi :

28

als goddelijk element,

nemen. Zie Kurtz, Kirchegesch. Lpz. 180.

Confessiones

?

p.

Manichaeën den lichtstroom

de Hyle verzonken was, en nu

planten, waar dit licht in school, ijverig opzochten, en opaten,

178)

Van 374 — 384.

A. DoRNER, Atigtistinus, sein theolog. System. Berlin 1873.

in

reptilia

deus tuus, quaere super nos.

aer

cum

incolis suis

:

Fallitur

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen