E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 372
Derde deel
374
ZOND.
aan toe
ziel
XXXII. HOOFDSTUK
Aan een harp deren
De snaren zyn
gelijk.
is
V
lustiging
in
deugden
niet.
zijn
Wezen en
De
En
hun vreemd.
om
hun
ziel,
eerst in
om
maar dan zijn
Velen kennen daarom de ver-
het aanbiddend verzinken in zijn goddelijke is
ja,
gewaar, en sluipt er soms een heiliger toon door
is
het toch dat volle rijke zielsleven niet, dat dan
beweging geraakt,
den Heere
te heffen.
dan toch meebidden, en dan toch meeleven,
als ze iets
haar tonen langer dan een enkel
mystiek van het innerlijk ontroerd gemoed
heilige
dan worden ze wel
en
of gebroken of te ongelijk gespannen,
God op
ziel tot
geworden,
nog meestal het hart van Gods kin-
daardoor missen ze de heilige kracht, oogenblik uit de
is
kunt ge geen zuivere tonen ontlokken, en
die ontstemd is
toch aan zulk een ontstemde harp
'
„God loven" u mogelijk
staan, dat het rechte
te
VII.
als
een mensch van stof verwaardigd wordt,
God, dat hooge en eeuwige
Wezen
in der
waarheid
te
verheerlijken.
daarom
Dit gewichtige punt moest
dank
die in het tvoord uitgaat
iets uitvoeriger uiteengezet.
Dat de
hooger staat dan de dank die nog slechts
in daden betoond wordt, zal thans voor de vierschaar der Godsvrucht wel
^
langer twijfelachtig
niet
gebed
zijn.
Onze Catechismus met
en aanbidding het voornaamste stuk
schitterend gerechtvaardigd.
opkomen, toch mag
dit
Maar hoe
hoofdstuk
beslist
der
dankbaarheid
we ook
niet besloten
zijn belijdenis,
in
echte
r
worden zonder droeve ja,
God
zij
daden nog veelszins haar dankbaarheid uitspreekt, maar tot het
God loven en verheerlijken van
onbekwaam toon
werd
voor deze waarheid
klacht over de geestelijke armoede van de gemeente Gods, die lof,
is,
dat
is.
En toch het
zijn heiligen
veelszins
van den laatsten psalm moet de grond-
slot
van het leven van Gods volk blijven: Al
DEN Heere
naam nog zoo
wat adem heeft love
I
ZEVENDE HOOFDSTUK. Laat dat
zij
Vader
uw
licht alzoo schijnen
voor de menschen,
uwe goede werken mogen die in de
hemelen
zien,
en uwen
verheerlijken.
is,
Matth. 5:
Treedt alzoo het loven en prijzen,
^
aanbidding van het Eeuwige
stuk
Wezen
of,
om
stellig
der dankbaarheid zelfs daarbij zou
het kort
saam
16.
te vatten,
de
op den voorgrond, als het eerste
men kunnen
zeggen, dat
onze
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's