GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 450

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 450

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

438

HOOFDSTUK

XVI.

IH.

tot den tijdelijken en eeuwigen dood, zoo moest, zouden wij verlost ook deze eeuwige dood door onzen Borg gedragen worden. En dit nu, dit dragen van den eeuwigen dood, dat was, gelijk ons

zijn,

later

blijken zal, voor Jezus de nederdaling ter helle.

Thans echter moet, eer we daaraan toekomen, nog tweeërlei vraag berde komen: t. w. Jezus' begrafenis en onze eigen tijdelijke dood.

Wat

de begrafenis betreft

is

het antwoord van den Catechismus tekort

en daardoor aanleiding gevende tot misverstand.

waarnaar

Schriftuur,

de

te

Catechismus

verwijst,

De

plaatsen der Heilige

zeggen

anders, dan dat Hij begraven wierd; ze stellen het

feit

dan vast;

ook

maar

niets

ver-

klaren het niet.

De Catechismus Hij

zegt namelijk: Christus is daarom begraven, opdat daarmede betuigen zou dat Hij waarlijk gestorven was."

Dit nu

,,

tekort,

is

Komt men

te

sober, te ondiep gezegd.

toch op de bewijzen voor het waarachtig gestorven zijn van

den Heere Jezus, dan leert de Heilige Schrift duidelijk, dat het bewijs in de speerwonde moet gezocht. Uit die speerwonde vloeide gescheiden bloed en water af, en uit deze scheiding, zoo zegt de heilige apostel, uit deze scheiding bleek het onherroepelijk. Ook het nalaten van hiervoor

de beenbreking duidde den ontwijfelbaren dood aan. Van de begrafenis zelve daarentegen wordt nergens opzettelijk in een zin gesproken, alsof begrafenis zijn dood bleek. Daargelaten nog, dat dit bewijs uiterst

uit die

zwak zou geweest iemand

twee

of

zijn,

drie

naardien het meer dan eens

etmalen

in

is

voorgekomen, dat

het graf vertoefd heeft en toch bleek

slechts schijndood te zijn. Bedenkt men nu dat de Heere Jezus Vrijdagavond pas begraven wierd en Zondagmorgen vroeg opstond, dan is hier slechts sprake van een verwijlen in het graf gedurende 36 uren; een tijdperk dat volstrekt niet lang genoeg is om bewijs tegen schijndood te

leveren. In de verklaring

door Ursinus

zelf

op Vraag 41 gegeven, wordt deze

leemte dan ook aangevuld, en als doel van Jezus' begrafenis aangeduid: 10. het bewijs van zijn dood; 2o. een diepere vernedering van het graf; en 3o. een heiliging van onze graven.

En

te laten

staan.

overkomt om onzer zonde wil: lo. het lijden, 2o. het de dood, 4o. het neerdalen in den kuil, en 5o. de eeuwige

zondaren

oordeel, 3o.

rampzaligheid of het neerdalen te

den smaad

toch heeft onze kerk niet verkeerdelijk gedaan, met het antwoord

zoo kort en sober en onaangevuld De zaak is namelijk deze:

Ons

tot in

zaam de

in

de

hel.

Eerst deze

volheid van den dood en van onze straffe

vijf uit,

zaken maken en Jezus als

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 450

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's