E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 466
Derde deel
468
ZOND.
ling omtrent enkele
deze
XXXIVa. hoofdstuk
punten van de zedewet
II.
en dus uitsprak, hoe op
gaf,
punten het normale zedelijk bestaan van den mensch moet zyn, had
deze openbaring, ook zonder eenige bijvoeging, voor zooverre ze de inge-
schapen zedewet raakte,
geldigheid voor al loat mensch heet.
en
kracht
Deze openbaring werd aan Israël gegeven, omdat Israël
En daar nu
stond.
menschen be-
uit
de zedewet voor ons menschelijk leven leven
naardien het zedelijk
in
menschen
alle
wat aan
gold, zonder eenige nadere bijvoeging, al
alge.)<,ee)i is,
van aard
gelijksoortig
Israël
omtrent de wet
des zedelijken
levens geopenbaard werd, voor alle volk, voor alle
voor eiken
en voor
zou
Dit
tijd
natie,.
persoon.
alle
geweest
zoo
is,,
ook
zijn,
had God deze openbaring niet aan
al
en deze wet maar aan Grods bindt niet omdat Israël ze ontving, maar omdat God ze gaf. Want wel moet ook met het feit, dat ze aan Israël gegeven werd, gerekend
Israël,
worden
;
van Indië of Afrika gegeven
volk
een
maar met geheel andere
strekking. In Israël school namelijk de
om
Gods, en deze kerke Gods heeft den last
kerke
;
zijn
Woord
voort
te-
planten van geslacht tot geslacht en het aan alle natiën te verkondigen.
De bepaalde afkondiging aan volk,
hield
dus
in,
kondigster van de
de
Wet
Israël in zijn hoedanigheid
aanstelling
van de kerk
van Verbonds-
tot beivaarster
en ver-
Gods. Eens geopenbaard mocht deze wet niet we-
der in vergetelheid geraken. De eens gegeven vastigheid mocht niet weder
onvast worden.
En nu
God
het
had de door onze zonde
beliefd
gegane kennisse van de Wet Gods, door openbaring weer
te loor
te herstellen
moest de kerke Gods zorgdragen, dat deze kennisse van de wet van zedelijk bestaan nooit
Hieruit
meer
en
te loor ging
verklaart het zich, dat de
wet
tot alle volk
niet in
ligt
die
uitsluitend in het
afkondiging
een iegelijk
— ziet,
zijn
van de wet zou
heel
onschuld
om
zwijgen
het Evangelie,
werd afgekondigd. Niet zijn
ontstaan
dat God haar heeft afgekondigd
voor God benemen. Iets waaruit
laat, of
maar
;
;
deze toch.
maar opdat
ons menschelijk geslacht doel zou treffen en
hoezeer een kerk het spoor bijster
maar de Wet wel
voor
feit,
werd uitgebracht.
China of Japan, maar uit
sluitend in Israël, als drager van de kerke Gods, alsof hieruit de verhindbaarheid
ons-
is,
die
men
wel het Evangelie
tevenspredikt,,
ook zendelingen onder de Heidenen
niet
om
de
Wet
te
verkondigen.
Alsof Evangelie, zonder wet ooit Evangelie zijn kon
!
zendt,,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
![E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 466](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno-toelichting-op-den-heidelbergschen-catechismus/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's