E voto Dordraceno - pagina 314
ZONDAG
302 wereld der
liefde,
en de hand
XII.
HOOFDSTUK
om met
IV.
die wereld der machtsoefening in
gemeenschap te staan. Beschouwt ge nu die wereld van kennis, liefde en macht buiten uw God, dan hebt ge daarvoor uw gewone wereldsche namen; maar neemt ge nu den mensch in zijn betrekking met zijn God, dan verandert dat op eenmaal en wordt de mensch die kennisse van God heeft een profeet; de mensch, die in liefde voor zijn God leeft, een priester; en de mensch die in de mogendheid zijns Gods macht uitoefent, een koning. En zoo ziet ge, hoe dit profeet, priester en koning zijn, metterdaad gegrond is in de ons van God gegeven natuur, zoodra ge die maar met den Heere in contact brengt.
Het eigenlijk element van den priester is alzoo de liefde, zoodra ge die liefde slechts opvat als uitdrukking van het liefdeleven tusschen God en zijne kinderen der menschen. Uit de liefde spruit voort het offer der dankzegging, der eerbiedenisse en des lofs. En als de Catechismus van Adam voor den val zegt, dat hij geschapen en rijk begaafd was, opdat hij God recht kennen zou, teekent hij Adam als profeet; als hij zegt dat hij zijn God van harte liefhebben zou, teekent hij hem als priester; en als hij er aan toevoegt, dat
hij
met hem
in
de eeuwige zaligheid leven zou, schetst
hij
hem
als
koning.
Er is dan ook niets dan hooge, heilige liefdeopenbaring in de roeping van den Priester, hetzij ge op den eenigen Hoogepriester, hetzij ge op hen let, die Hij weer priesters maakt. Hij is het, die uit oneindig goddelijk mededoogen, d. i. met de hoogste spanning der liefde, zich voor u in den dood geeft. Hij is het, die met de oneindige trouw zijner liefde, u met zijn altoosdurende voorbiddinge voortreedt bij den Vader. En eerst de liefde die door den Heiligen Geest in
uwe
harten uitgestort wordt,
priesteressen voor
In
uw God
te
bekwaamt u weder, om
als priesters
en
staan.
ditzelfde leven der liefde wortelt
dan ook de mogelijkheid dat de is gemeen-
ééne mensch als priester voor den anderen optrede. Liefde schap. Gemeenschap niet
in
denkwijze, maar in het hart en
in
de diepte
van het leven der ziel. Vandaar dat de liefde, hoe geestelijk hoog ook opklimmende, een grondslag vindt in onzen oorsprong en tot in ons lichamelijk bestaan. Had God de Heere ons elk, één voor één, los naast elkander geschapen, en daarna tot elkaar gebracht, om ons als een pijlbundel saam te snoeren, zoo zou nooit deze diepe liefde op aarde denkbaar zijn geweest.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's