E voto Dordraceno - pagina 76

ZONDAG

64

HOOFDSTUK

IV.

en dat dientengevolge reeds terstond

in het

II.

Paradijs Satans lokstem ver-

nomen wierd: ,,Doe als ik en val van God af!" Toch had dit Adam niet behoeven te beletten om Gode trouw te blijven. Zijn geestelijke gave was rijk en krachtig genoeg om aan deze lokstem weerstand

trouw

worsteling

de

heftiger,

maakte wel de spanning Maar Adam kon

Het

bieden.

te

moeilijker.

sterker,

God

bij

den

strijd

en

Gode

blijven.

En dat hij wonnen gaf,

niet deed,

dit dit

maar

viel

God

en het Satan tegenover

ge-

maar aan hem. Er was toen keuze eeuwigen verderve; niet uit zwakheid; maar

lag niet aan Satan

voor hem, en koos hij ten door moedwillige ongehoorzaamheid.

Voor ons een ondoorgrondelijk mysterie. Gelijk de oorsprong van niet is, zoo ook niet dit eerste ontstaan der wortelzonde in onze menschenwereld; maar dit staat niettemin onomstootelijk

eenig ding te verklaren

vast:

Van

die

zonde was Adams wil de moeder.

TWEEDE HOOFDSTUK. Maar van den boom

der kennisse des goeds en

des kwaads; daarvan zult dage, als

gij

daarvan

gij niet eten;

want

Gen. 2

Omdat God de Heere alle

redelijk

Hadde

allar

schepselen Souverein

is,

ten

den dood sterven.

eet, zult gij

is

Hij

:

17.

ook voor

geschapen creatuur tevens Rechter.

het den Heere beliefd alleen een stoffelijke en niet tevens een

zedelijke wereld in het aanzijn te roepen, zoo zou Hij geen rechter zijn.

Maar nu te

het

Hem behaagde

wél aan een zedelijke wereldorde het aanzijn

geven, nu moet Hij tevens als Rechter optreden. Hij kan dit niet laten.

Het

vloeit rechtstreeks uit zijn

Immers moet wat

is

God

Hij

als

verhouding

de Heere Souverein ook ,,goed"

geijkt

tot

die zedelijke wereld voort.

in die zedelijke

wereldorde, dan

en gemerkt heeft, ook als „goed"

uit-

komen en „goed" blijken. En omgekeerd, wat Hij brandmerkte als „kwaad", ook als „kwaad" gedoodverfd zijn in de werkelijkheid. Stel toch dit ware dan zou opeens des Heeren souvereine hoogheid omver liggen. Een ander zou Hem dan te sterk en te machtig afzijn. En terwijl Hij bepaald had: „Alzoo ligt het tusschen goed en kwaad!" zou een creatuur de hand tegen Hem opheffen en hoonend uitroepen: „Neen, maar alzoo!" niet zoo,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen