E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 493

ZOND.

XXXlVa. HOOFDSTUK

495

VI.

komt daar vandaan, dat de Wet niet van buiten op den mensch geplakt is, maar meê opkomt uit zijn eigen wezen, gelyk God dit schiep. In den mensch, gelijk die zijn moet, en eens was, terrein

drang,

is

voor u

er

is

zucht,

is

niet.

Dit

neiging

is

om

zóó te loopen, als de wet wil. Niet

maar de "Wet zegt het; dus

wilde liever niet;

Dat

zal ik het doen."

toestand van den zondaar. Neen, zoolang er nog geen zonde

Wet

loopen

te

maar om

;

wil. Niet

om

stil

te staan

om

vooruit te loopen in het

om

niet

;

is

de

komt met

is,

de levensuiting zelve in den mensch de zin, lust en neiging op,

zóó te loopen als de

„Ik

:

juist

achteruit

van de Wet. Juist

spoor

daarom was het proefgebod zoo noodzakelijk, omdat het proefgebod buiten dezen levensdrang omging en den mensch rechtstreeks voor de vraag G-od

stelde, of hij

meester

zijn.

God wilde erkennen, dan wel

als

De oorspronkelijke zedewet wees dus

maar ook wat

de mensch moest,

hij

wilde doen. Zoo

was hem levensbehoefte, levensdrang. En

wilde,

nu, dat toen de zonde insloop,

hij

De mensch

Hem

lastert en vloekt

moet loven en

prijzen.

Wat

niet

wat

als de

Wet

daardoor komt het

maar nu

God met dezelfde

in

omgekeerde

waarmee

tong,

Hetgeen tegen het gebod ingaat, naar den eisch van het gebod

dezelfde levensdrang, die eerst

nu omgeslagen

doen

en

aan,

alleen

en het rad der geboorte omsloeg, diezelfde

levensbehoefte en levensdrang toch bleef werken, richting.

te

juist

heer

zijn eigen

niet

dus

is

liep,

maar

in zijn tegendeel.

is

mag kunt

ge

kennen, door

dus alleen

te

weten wat oorspron-

kelijk moest.

Nu

men

zal

oogen gezien

echter vragen

—

het

is

—

en ook

dit alles uit de Tien geboden halen

dat ja,

we

vraag moet helder

onder de

En

?

we

staat de zaak niet veeleer zóó,

deze fijnere zedekunde uit ons eigen zedelijk besef putten, en nu

vinden, dat dit

verstande, dat

zouden

die

dan eigenlijk niet een pure inbeelding, dat

met de Tien geboden zoo uitkomt maar ;

we ook zonder

Deze vraag

?

is

altoos

met dien

de Tien geboden evengoed hetzelfde bezitten

uiterst gewichtig, vooral in onze dagen,

nu de over-

groote meerderheid niets meer van de wetgeving op Sinaï gelooft, en het

byna

als

regel

geldt, dat

gedragingen regelt naar

men

leeft

op

zijn eigen zedelijk besef,

in de eerste plaats dit

delijk besef in

ons nog ongeschonden was, zou de

overbodig

en zou wat

van ons zou de in

redelijk besef,

Wet van

zonde

niets

men

ten

Wet van

onzent vaak

dit zedelijk besef in

ons

:

Als ons

Sinaï

ze-

volkomen

noemt: de uitspraak

ons een volkomen zekere autoriteit

Sinaï alle kracht voor

van

zijn

zijn conscientie.

Op deze vraag nu antwoorden we zijn,

en

missen,

zoo

zijn.

er

Omgekeerd na den val

ons ware overgebleven.

Nu

echter

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen