GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 18

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVII. HOOFDSTUK

ZOND.

20

III.

DERDE HOOFDSTUK. Maar Jezus

Laat af van de kinderkens en

zeide:

verhindert hen niet, tot mij te

komen want :

derziilken

het koninkrijk der hemelen.

is

Matth. 19:

Aan

ieder

verborgene werking van

even

uit

nieuwen levens door da

die het beginsel des

uitverkorene,

den Heiligen Geest in

stelling.

En

God de Heere, naar

zijn

komt

zijn hart ontving,

dien hoofde het Sacrament van den heiligen Doop

onze eerste

14.

Ziehier

toe.

de tweede, die hier onder

komt

vrijmacht

nieuwen levens of der

dit beginsel des

staan

te

is,

dat

wedergeboorte, door zijn Heiligen Geest zoowel in den volwassene als in

den nog niet volwassene, en tot in het kleine kindeke kan werken; en blijkens het vroeg wegsterven van de helft van het menschdom, feitelijk

gewerkt heeft en nog werkt. Doop dus waar wedergeboorte is; en wedergeboorte denkbaar zoowel in een pasgeboren wicht als in een grijsaard

van tachtig jaren. En aan deze twee nu voegen we als derde stelling dit toe: Noch bij den volwassene noch bij het kindeke heeft de kerk, die den heiligen

Doop moet toebedienen,

ooit wiskunstige zekerheid, dat de zich

aanbiedende of aangeboden persoon metterdaad wedergeboren

komt de kerk

dan tot vermoeden, gissing of onderstelling

zij.

Verder

nooit.

Op grond van deze drie stellingen komen we dus thans tot de vraag: Welken regel heeft Christus' kerk bij de toelating of niet-toelating tot den heiligen Doop te volgen ? Of anders gezegd Naar welken regel maakt ze uit, wie door haar voor wedergeboren zijn te houden en wie niet? En dan :

luidt te

ons antwoord:

maken

Schrift ons

uit

de

biedt,

Dien regel heeft ze niet zelf te verzinnen, maar op

Heilige Schrift.

der wedergeboorte ontving,

"^borenen heeft

te

maar wel zegt

behandelen en

Het verschil tusschen Niets

Wel brengt

haar nooit zekerheid, wie

te

kerk een

verborgene en

hij

de regel,

dit tweeërlei

haar, wie

zijn,

teert.

Dit

als

te constateeren,

om

de aanwezigheid van

op de manier waarop een in het erts consta-

zou ook de hoogmoedige zucht des menschen wel in

werken. Hij toetste dan,

hij

staat God de Heere aan

zijn

wederge-

dan zoo de Heere aan de

goudsmid de aanwezigheid van echt verborgen goud

•<

zij

standpunt springt in het oog.

toetssteen had gegeven,

ware genade

dien de Heilige.

dan niet het inwendig werk

bejegenen.

zou natuurlijker gemakkelijker onfeilbaren

al

zat als rechter,

kerk niet

toe.

hij

kon oordeelen.

Niet

zij.

Hij

tle

hand

Maar

dit

zit als rechter,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 18

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's