GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 431

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 431

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

XV.

HOOFDSTUK

419

VI.

helderheid verraadt, en rechtstreeks indruischt tegen de eerbiedenisse die

we aan de Doch

dit

Apostolische formule schuldig

zijn.

daargelaten, zooveel blijkt dus reeds, dat zegen oorspronkelijk

een uitspraak gelegd, of van

is,

waarbij

God

over

iets

goeds en begeerlijks

als belofte

op iemand

hem afgebeden wordt.

Hiermee echter is het begrip van zegen nog niet doorgrond. Immers de eigenlijke zegen is niet de zegen dien menschen op ons leggen of ons toebidden, maar de zegen, dien God zelf over ons spreekt. En dit nu staat in verband met de Schepping. „Door het Woord des Heeren zijn de hemelen gemaakt." „God sprak: Er zij licht, en er was licht, en God !" zag dat het goed was De oorsprong der Schepping ligt dus in Gods raad, maar komt uit dien raad door het Woord. God spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er. Zoo leven we dus van den adem zijner goddelijke lippen. Spreken die goddelijke lippen ons ten goede toe, zoo is er leven, zoo is er vrede, zoo is er zaligheid. Houden die lippen zich in, zoo is er verdorring, mat-

En eindelijk openen zich die lippen over ons ten ondergang en verderf. De rijkste onderwijzing geeft hier Deuteronomium VIII, waar Mozes er zoozeer den nadruk op legt, dat Israël nog niet gebaat is met een berg van voedsel voor zijn aangezicht, want dat eigenlijk niet de spijs zelf, niet het eigenlijke brood, ons leven onderhoudt, maar dat onze voeding en onderhouding en de instandhouding van ons leven te danken is aan den zegen, dien het God belieft tot dit brood te spreken; of gelijk hij het in VS 3 uitdrukt: Dat ons leven in stand blijft, is te danken aan „het woord (van zegen) dat van den mond des Heeren uitgaat". „Van enkel brood kan de mensch zijn leven niet behouden, maar wel van het woord dat over dat brood van den mond des Heeren uitgaat." En vraagt ge dan voorts, wat dit woord van zegen dat uit den mond des Heeren uitgaat, doet, dan zegt Mozes ons in vers 18, dat dit hierin bestaat: Dat Hij het is, die u kracht geeft, om vermogen te verkrijgen. Zoo trekt dus alle nevel op, en wordt de zaak duidelijk. Er is én schepping én onderhouding van het eens geschapene. Welnu, beide en die schepping én die onderhouding gaat door het woord des Heeren. En waar dat spreken, dat woord des Heeren, nu de onderhouding in gelukstaat van het eens geschapene bedoelt, daar draagt dit den naam van zegen.

heid

en

verkwijning.

kwade, zoo

is

er

Tegenover dezen zegen staat nu de vloek. Ook deze vloek nu kan door menschen gesproken worden, hetzij op last van God, 't zij in heiligen toorn met de bede dat God dien vloek doe komen. Evenwel, gelijk Salomo

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 431

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's