E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 392
Derde deel
ZOND.
394
XXXII. HOOFDSTUK IX.
dan de vrucht van het Woord kan
onder de bew^erking van den
zijn,
Heiligen Geest en 20 dat een zwijgend Christendom geen Christendom dat, al
pelend karakter van het Methodisme, de ordinantie
voor een
onzer geschreven
iegelijk
en
door het
Woord
vervangt,
maar
:
„
Vermaant elkander"
blijft.
De prediking door de goede werken
is
dat
iets
dus nooit bij
iets,
dat de prediking
de prediking door het woord
Woord
moet komen. Een kerk die wel het
hij
is,
weet de Heilige Schrift niets van de onbescheidenheid en het overrom-
predikt,
maar
in
den wandel
van haar voorgangers en leden tegen haar prediking getuigt, breekt haar zeggingskracht; terwijl omgekeerd een gezin, dat niet alleen ijvert in den in zijn optreden
Woorde, maar, ook
zijns geloofs betoont, het zegel
onder de lieden der wereld, de kracht
op het
Woord
zet.
En
in
verband hiermee
betuigt de heilige apostel, en op zijn gezag onze Catechismus, dat
nu
God
Heere ons deze prediking door onzen wandel oplegt, als een middel, zoo ge wilt van evangelisatie. Het is toch een feit, dat personen, die nog niets van het Evangelie weten willen, en het tegenstaan, omdat ze er de
van begrijpen, toch soms wel een open oog hebben voor
niets
eigenlijk
het schoon van een Christelüken levenswandel. Stel nu, dat zulke personen óf niets
uw
van
prediking hooren willen,
zwijgen opleggen, als ge er
u
óf,
om
van begint
het ergste aan te
te spreken,
-
nemen
dan moogt
het ge daarom nog nooit zeggen, dat ge voor deze verstokte ongeloovige niets meer doen kunt. Dat toch kunt ge wel. Ge kunt namelijk voor zooveel ge
X ^
met hen verkeert, hun een blik in uw leven en op uw wandel gunnen, die hun zeker onderscheid ontdekken doet tusschen het leven in hun eigen kring en in den uwen, en wel zulk een onderscheid dat ze het leven in uw kring schooner en edeler keuren. Dit kan dan op hun gemoed werken;
hen van de vrucht naar de oorzaak doen opklimmen; en zoo binnenste
Woord
het
zekere
geneigdheid
te leenen.
doen ontstaan
dienstbare,
kind
verplichting jegens
hun
een luisterend oor aan
Er kan dan ook niet genoeg op aangedrongen, dat
elke Christelijke kerk, elk Christelijk persoon, of
om
in
of
hij
zij
man
of vrouw, vrije
oude van dagen, zich wel terdege van deze
zijn
God doordringe om zulk een dagelyksche prediking en
zulk een gestadig getuigenis van zijn wandel te laten uitgaan. Niets stuit den invloed van het Christendom zoozeer als de dorheid en on-
vruchtbaarheid van deranken aan den eigen wijnstok. En omgekeerd is juist in die vruchten aan de rank van den wijnstok en zoo treffend middel geboden,.
waarvan God de Heere
was
willig te
Het is
de
zich reeds zoo
vaak bedienen wilde,
maken, en wie weigerde
te
om
wie onwillig
hooren tot luisteren
te
dwingen.
punt eindelijk dat in deze Zondagsafdeeling ter sprake komt eeuMigdurende geldigheid van de wet die God de Heere voor ons
laatste
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's