GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 452

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 452

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

454

zoxD.

Vraa^ 94. Antwoord.

Wat

gebiedt

Dat

ik,

waarzegginge,

in het eerste

zoo lief als

Hem

goeds verwachte.

alles

ziele zaligheid

alle afgoderij, tooverij,

is,

aanroepinge der heiligen of andere schepselen mijde en

bijgeloof,

ootmoedigheid en lijdzaamheid mij

alle

I.

gebod?

mijner

mij

den eenigen waren God recht leere kennen.

en

vliede,

God

XXXIVa. hoofdstuk

Hem

Hem

alleen vertrouwe, in

alleen onderwerpe,

van

Hem

van ganscher harte liefhebbe, vreeze en eere

alleen alzoo,

:

dat ik eer van alle creaturen afga en die varen late, dan dat ik in het allerminste

tegen zijnen wil doe.

Vraa^ 95. Antwoord.

"Wat

afgoderij?

is

Afgoderij

de plaats des eenigen waren Gods, die zich, in

is ,in

geopenbaard

heeft, of,

mensch

vertrouwen

zijn

benevens Hem,

anders versieren

iets

1)

zijn

of hebben,

Woord

waarop de

zet.

EERSTE HOOFDSTUK. Uwe

gerechtigheid

en uwe wet

is

gerechtigheid in eeuwigheid,

is

de waarheid. Ps. 119: 142.

Onze goede werken moeten

hun

en

voorwaarde, chismus'- het

te zijn,

maar om waarachtiglijk

moeten ze bovendien nog voldoen aan deze derde

ze conform de

dat

vinden in ons geloof,

ivortel

strekking in de bedoeling van Gods eere,

goed voor God •

hun

niet alleen

Wet Gods

zijn; en alzoo, gelijk de Cate-

nog nader uitdrukkelijk bepaalt, „niet op ons goeddunken

of op menschen-inzettingen gegrond zijn."

Het

is

zochte

deze bepaling van de goede werken, die den Catechismus onge-

aanleiding

geeft,

om

alsnu over te gaan tot de behandeling van

< de Wet des Heeren; en overmits de tegenstelling tusschen

eu ons

menschelyk goeddunken

karakter van de

Wet Gods

bijna

in het licht

uitsluitend

's

dienst

Heeren

doet,

om

We^ het

scheen het raadzaam

te stellen,

deze nadere toelichting in ons vorig hoofdstuk slechts even aan te stippen,

en thans in onze inleidende hoofdstukken op de

Wet

des Heeren breeder

uiteen te zetten.

Er ''

is

deerlijk

toch geen punt, dat de laatste anderhalve

onder ons verwaarloosd

Wel

is

zoo

dikwijls

l)

nog langen

men

is,

als de leer

tyd, op geregelde wijze, de in de Catechismus-predicatie

„Versieren" beteekent: uitdenken.

eeuw zoo smadelijk en

van de

Wet

Wet

des Heeren.

des Heeren gepredikt,

aan de Tien geboden

toe-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 452

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's