E voto Dordraceno - pagina 28
ZONDAG
16
I.
HOOFDSTUK
III.
Nog één angst kon intusschen zijn ziel bekruipen en die is, dat hij van dien Heer weer af zou raken, en zijn gunst weer zou verliezen. En dan ware liet natuurlijk nog vreeslijker. Want na het zoet van vree en rust gekend te hebben, terugvallen in het geweld van Satan ware om de ziel van doodsangst te doen ineenkrimpen. En toch hiervoor Gevaar
bestaat gevaar.
tweeërlei opzicht.
in
Vooreerst doordien het kon
hem voor een
tijd te
zijn,
dat deze Heer slechts besloten had
beschermen, en ten tweede doordien
hij
als
verplichtingen van dienst tegenover zijn leenheer heeft, en nu te
wat genoeg
schieten in het presteeren van
Daarom
hem
het
is
niet
hij
te
leenman kort kon
schuldig was.
weten:
Jezus deed alle schuld voor mij af. Jezus maar moet bewaart en behoedt mij",
—
„Ik
brak
woon op
Satans
Jezus'
geweld.
erf.
Jezus
ook nog weten, dat deze toestand duurzaam is en dat hij zijn verplichtingen kan nakomen. Volkomen wordt die eenige troost dus pas door wat de Catechismus er aan het slot bijvoegt: „Die machtige Jezus is zulk een Heer, die u door zijn Heiligen Geest de stellige verzekering geeft, dat ge nooit weer hij
van zijn erf af gaat, en bovendien zelf u van harte willig en bereid zal maken, om hem met goede mannentrouw te dienen." Dit toch en geen ander is de beteekenis van de slotwoorden: ,, Waarom Hij mij ook door zijn Heiligen Geest des eeuwigen levens verzekert en hem voortaan te dienen van harte willig en bereid maakt!" Zoo voelt men den troost, zoo leeft men zelf in de zalige wetenschap van
in
alles
en voor altoos gered en geholpen
van God
te
zijn,
en zoo valt heel
aan Jezus toebehooren en onder Jezus' hoede en bescherming staan, een troost zoo eenig en zoo zalig en zoo algenoegzaam vindt, dat hij het uitjubelt tegenover den vijand onze
ziel
er bij,
als het kind
in
dit
zijner ziele.
Ziedaar dan de
rijke
wereld vol zalige gedachten, die deze Troost u
biedt.
Maar
juist
opdat
deze
Troost er nu
bij
u in zou gaan, en telkens
dieper door u zou gevat en ingedronken worden,
ge niet
bij
dit
beeld en
bij
is
het nu noodig, dat
den algemeenen indruk ervan staan
maar dat ge u inspant om met een klaar en helder bewustzijn
in
blijft,
deze
kostelijke vertroosting in te gaan.
Van uit de hoogte, van den top des bergs is deze zaligheid u gekomen, maar bij dien blik uit de verte moogt ge niet rusten. Ge moet den berg af,
het dal
bewonderen.
in,
om
van nabij de heerlijkheid
van
deze
schoonheden
te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
![E voto Dordraceno - pagina 28](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's