GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 505

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 505

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

;

XXXI Vö.

ZOND.

HOOFDSTUK L

uw

Heere uwen God zult liefhebben met heel

met

uw

heel

uw

hart en al

zóó

zult

Gij

zóó

bestaan,

God

verstand,

met

heel

uw ziele,

krachten."

Zin en strekking van dit gebod

zooveel aan u hangt,

507

en

leven,

en

zij

kort gezegd

is

zóó

u aanstellen, dat de

in

blijve

God God

Gij zult

:

God, voor

van

dit

genoeg

zijn

beteekenis

volle

laten.

alomvattend woord.

Waart ge nu een machine indien

maar uw

uw

veeren in

of blind werktuig, dan zou het

beweging van de raderen en

levensuiting, of wilt ge, de

naar

wezen,

om

Met de macht

Maar ge

zijn wil liep.

Dus

Hij schiep u naar zijn beeld.

En

te willen.

geen

zijt

nu maakt, dat ge aan

dit

machine.

Met een raenschelijk

zelf bewust,

hart.

uw God te uw hart,

kort doet, zoo ge niet ook zelfbewust, krachtens de aandrift van

en

met

om

te

de

al

maken

uw

van

veerkracht

dat

loopt zooals ge loopen

wil,

uw

uitsluitend voor

ge

om

God,

moet

zijnentwille, en tot

zijn eer bestaat.

God heeft

alle

hebben.

te

dan

Eerst

u,

laat

zoo ge nooit iets anders wilt of bedoelt, dan te bestaan voor

zijn,

en

om zijns zelfs loille. Niet om u genoemaar om zelf als God vreugde en eere van u gij dus God, voor wat uzelven aangaat. God

dingen geschapen

gen te doen, schiep Hij

tot zijn eere.

omdat

niet

maar

gij

dien

in

aan

alleen zoo

wel niet

dit

dat

zin,

uw

eerst ruste hebt. drijfveer tot

En

het wel anders

En

wat

Wetsvolbrenging

Hem

Hem

is,

u voelen werken

in

liefde

hart,

zijn

verstand

God

zegt,

over

uw

eerste

wat het 6de gebod

Van

naaste.

over

komt

maar nog

moordenaar.

hem

een hinder en staat

Hij

de rauwe haat,

met

maar nog

zijn verstand,

Hem met Hem

niet geheel liefheeft,

:

Gebod metterdaad hetzelfde tegenover

Gij zult niet doeden, in u bestraft tegen-

haat, zegt

vindt zyn naaste op zyn

hem

om

ook, dat

in

den weg

;

hij

weg

zoekt

;

de

maar

uit

den

apostel, is

die naaste is

hem daarom weg

te

weg te denken, of weg te doen, en uit dezen boozen haat komt de daad van den doodslag op

krijgen; en die zucht is

niet

daardoor

En

te staan.

nog haat. Of ook dat wie

wortel van den haat opkomt. Die zijn broeder

een

het

?

6de gebod weet ieder, dat de doodslag

dit

dat

nog haat.

die andere helft

Hieruit volgt dus dat dit

;

en dat ge zoo

de haat. Vandaar dat nu er geen

is

Hem

hart en verstand wel voor de helft,

dan ook met

beantwoordt;

een iegenlijk die God niet liefheeft,

wel liefheeft met zijn

maar anders kon

het

als

het anders dan de liefde voor God als

is

een hater Gods tegen

dan ook met

omdat het zoo moet,

niet

;

het zelf zóó en niet anders begeert

gij

dit nu,

neutrale positie mogelijk

vanzelf als

dwang

innerlijk zielsverlangen

Het tegendeel nu van de

wie

uit

zoudt willen,

uw God

nu

zijn

naaste

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 505

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's