GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 105

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 105

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG onmogelijk dat ooit een dier trede.

V.

HOOFDSTUK

in zijn sterven

Het dier geeft een vacht

af,

93

III.

voor den mensch

waarmee de mensch

in

zijn

de plaats naaktheid

kan dekken, maar achter die schorten en vellen blijft hij die hij was. Vonden we dus voor de zedelijke plaatsvervanging in Vraag 13 den vasten regel, dat ze niet kan noch mag plaats grijpen, tenzij vooraf het volslagen bankroet van den schuldenaar gebleken zij; hier hebben we nu dezen tweeden: dat het wezen dat in zedelijken zin de plaats van den schuldenaar zal innemen, zelf zedelijk van aard moet zijn, en dies geen dier kan zijn. Maar kon het dan ook wellicht een engel zijn? Engelen zijn, evenals wij menschen, wel terdege wezens van zedelijken aard. Engelen zijn wel niet op gelijke wijze als de mensch naar 't Beeld van God geschapen, maar toch toont heel de Heilige Schrift, dat ook zij met dit Deugdenbeeld van 's Heeren heiligheden in rapport staan. En bovendien, de engelen staan ook in betrekking tot den mensch. Met name tot 's menschen geestelijk leven. De Heere zelf heeft ze besteld en uitgezonden om medewerkers te zijn van onze zaligheid. Niet onnatuurlijk komt dus bij den Catechismus de vraag op, of wel-

licht

een creatuur

uit

de orde der engelen ten deze hier plaatsvervangend

zou kunnen handelen voor den schuldigen mensch? En hierop nu luidt zijn antwoord: ,,Neen, dat kan niet, want ten eerste wil God aan geen ander schepsel de schuld straffen, die de mensch gemaakt heeft." Een antwoord, waarvan het gewicht in het oog springt, omdat er de ge rechtigheid Gods aan hangt. Gerechtigheid, het klare, doorzichtige woord zegt het u, gerechtigheid eischt, dat de schuld daar thuis worde gezocht,

waar de schuld is, en niet ergens anders. Al het verzet der ongeloovigen tegen de dusgenaamde ,,Bloedtheologie'' ging dan ook steeds uit van het op zich zelf volkomen juist beweren, dat het niet aanging de straf over te brengen daar waar geen schuld was. Hun fout was slechts, dat ze het mysterie van Golgotha niet begrepen, en aldus tegen het plaatsbekleedend lijden in

van Christus een bedenking inbrachten, die

niet opgaat,

omdat

juist

onze gereformeerde belijdenis van de verzoening zoo streng aan dezen

eisch van het recht

wordt vastgehouden. Immers ook wij houden op grond

der Heilige Schrift staande, dat de straf niet anders kan neerkomen dan daar,

waar de schuld was.

Ware

dus de schuld, die

te

delgen stond, een afzonderlijke, particuliere

schuld van dezen of genen persoon geweest, dan, het spreekt vanzelf, zou

deze particuliere persoon die ook zelf hebben moeten boeten, en ware plaats-

Waar geen gemeenschap van schuld bestaat, kan ook geen overgang van deze gemeenschappelijkheid bestaan in straf.

bekleeding onmogelijk geweest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's