E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 353
Derde deel
XXXII. HOOFDSTUK
ZOND.
855
IV.
VIERDE HOOFDSTUK. Wat
ik
zal
den Heere vergelden voor
al zijne
weldaden aan mij bewezen? Ik
den
zal
beker der verlossingen opnemen, en
den naam des Heeren aanroepen. en
Ps. 116: 12
men
Zoolang
het lieidensche begrip der loedervergelding in de da^nkhaSiY'
heid
opneemt,
moet
elke
prediking,
die
al
op
Zelfs onder menschen
is
hem, van wien de weldaad
wie God vreest, zich zoo
het de
i^
aan elkaar
te
uitging, gelijke waardij heeft teruggegeven,
men noemt
om
omgekeerd,
ner verbonden
is
haar niet
vraagt
te
te
komen, maar
leeft
in
bewondering; en
noch met hoeveel kan
ik er af,
moet
ik toe,
wederliefde uit innerlijke poëzie der
En dat
nu nog maar
is
Wanneer
er buiten blijven.
onzer erkentelijkheid mengt
is
die zich in het betoon
de dankbaarheid weg.
07ider
menschen gesproken.
Wat moet
het dan
niet zijn, zoo ge inleeft in de dankbaarheid, die een begenadigde zijn
op
Let
een
toch in het derde deel van den Catechismus sprake.
een die reeds
die
tot
cipale grondstuk,
echte goud zijn
bekeering
waarmee
zal, begint.
kwam, want
alle
Zie het
maar
in de is,
de dankbaarheid voorafgaat, doch er op
hetwelk kuil
van
niet
het prin-
XXXIIIste Zondagsafdeeling
mus aan den
is
en toch niet in onzen Catechis-
kind, uit
Nog
de bekeering zelve
dankbaarheid jegens God, zoo ze van het
aan het stuk der Bekeering gewijd
in
God
nadere bepaling van een begenadigde. Alleen van zulk
wijdt!
die
^
een drang van het hart dien ze niet wederstaan kan. De rekenaar,
de boekhouder
is
om
credit,
in het eind de schuldenaar zijn zal.
van innig geluk;
gevoel
maar betoont aanhankelijkheid en ziel, uit
van elkaar af
en edeler zin heeft, reeds onder menschen,
met hoe weinig kan
niet,
om
j
onder een nooit eindigende
houdt geen boek met debet en
maken, wie
hooger
in
een
uit
Ze
blijven.
door een optelsom uit
mint
te doen,
blijft
levenslang in liefde en erkentelijkheid aan haar weldoete
De dankbaarheid lief;
om al-
geen verplichting meer
hebben. De echte dankbaarheid kan nooit afbetalen wat ze
Het
verplichting.
aandringt, verzetten.
are dankbaarheid niet die niet rust eer ze
Diepgevoelde dank in het hart
is.
beslist mogelijk tegen
Hem
dankbaarheid jegens
zoo de rekening te vereffenen en wat
schuldig
13.
volgt.
Maar wol
is
Gods
de dankbaarheid werken gaat, een begenadigde. Hij
opgetrokken.
Uit,
den dood
is
hij
in het leven gezet.
Er
inwendig door den Heiligen Geest een werk der nieuwe, der tweede
is
is
ge-
>
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's