Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 360

,

Afd.

352

2.

Hfst.

genom hwilken fromhet och fromt sam-

en theori för den handling, för

halle,

fórkofras" logie

christendom och christlig Kyrka, underhallas och

oss (p.

412). Hij bespreekt hierbij eerst de praktische

de Homiletiek, de Catechetiek

En

Liturgiek.

van de

aanhang

als

de Casuïstiek

,

het Kerkrecht en de

verrijkt

;

,

waarin

de studie kost en wat voor boeken

rekent over

4 jaren

w.

t.

dan nog een zeer slordig over-

Encyclopaedie

historie der Theol.

becijfert hoeveel

Hij

,

geeft hij

reeks van methodologische aanmerkingen

korte

Theo-

allmanket" en dan de „sarskilta wetenskaperna "

,,i

zicht

KIENLEN.

§ IIO.

III.

te

met een hij

zelfs

besteden

is.

1000 Rd. Beo voor het leven aan de

c.

Academie, en voor boeken 117 Rd. Beo.

H. W. Kienlen.

§ 110.

Bijna op hetzelfde standpunt als Reuterdahl plaatst zich Dr. H.

KlENLEN

,

Theologie,

Darmstadt 1845. Ook

Religion und Kirche fceit.

de

hij

toch neemt een dubbel obiect,

en verstaat onder Religion niets dan Frömmig-

,

Deze Religion nu

zoodat

W.

Encyclopaedie der Wissenschaften der Protestantischen

noodwendig het optreden van Kerken

eischt

en

polytheïstische

de Fetichistische groepen

zelfs

hem

Kerken zijn. Slechts is de Christelijke Kerk, en met name de diegene waarin de vroomheid het zuiverst Kerk z. werkt en zoo wordt hem dan de Theologie „ eine Systematische Ent" wickelung der Lehre und der auf die Kirche bezüglichen Kenntnisse

eigenlijk

Protestantsche

i.

,

,

(p.

9).

dus

dualisme

Hetzelfde

als

bij

Reuterdahl, eenerzijds de

Theologie het onderzoek van een eigen obiect, en anderzijds een

complex van kundigheden, Kienlen zag Schl.'s fout wel

die

in

beteren. Hij zegt er van op

,

met

maar

blz. 10:

dit obiect in

op juiste wijze

te ver-

Schl. Darstellung des

Theo-

wist ze niet

„In

rapport staan.

logischen Studiums ist -duren Beziehung aller Disciplinen auf die Kir-

chenleitung die kunstreiche Einheit des Ganzen erkauft worden durch die

Herabsetzung der historischen und der dogmatischen Theologie

zu

blosse Mitteln

sich selbsttragt".

,

wahrend

De

jedenfalls die Letzteren ihren

Zweck

in

philosophische praemissen, die Schl. en Reuter-

dahl als afzonderlijk deel nemen, plaatst Kienlen deels in de inleiding, hij

deels onder de dogmatische en practische theologie, zoodat

feitelijk slechts

twee deelen krijgt: de historische en practische

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen