Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 92
Deel een. Inleidend deel
Afd.
84
Hfst.
2.
III.
JOHAKNES DAMASCENUS.
§ 49.
hun
studiën, als ware het overbodig naar
vragen
en poogt ze alsnu wel met
,
geheel saam te voegen
,
etiket
maar zonder het
schema een
ineffabilem Dei
aut
plaats vindt.
het dat de definitie, die hij van de Theologie geeft,
is
ook geheel van
dan
te
één
besef, dat zijn eigen theolo-
gische arbeid slechts voor een deel in dit
Opmerkelijk
van oorsprong
zijn eigen Schriftstudie tot
de
naturam aut speciales creaturas profundissima
disserimus." (Didasc.
qualitate
(sic)
zijn tijd
vooruit,
,,Theologia est, quando
Schrift zwijgt:
lib.
c.
II.
3).
Als methodoloog
staat Victor als theologisch encyclopaedist zelfs
Hrabanus verre ten achter.
bij
Johannes Damascenus.
§ 49.
Hugo van DAMASCENUS baar
754
(f
alleen
niet
Victor
St.
beheerscht. Zijn
—
noopt
wiens
in
787),
een teruggaan op JoHANNES
tot
hij
lijn
en die
ligt,
blijk-
Hugo, maar geheel de periode der Scholastiek \\y\yM yvütrsug
gelijksoortige
werken
methodologie
biedt,
uit,
steekt reeds daardoor
boven andere
dat ze geen hodogetiek noch proeve van
maar een systeem van hoogere wetenschap. is dan ook niet begrepen door hen, die
Johannes van Damascus
werk een dogmatiek noemden. Want wel
zijn
levert hij in aansluiting
aan Nemesius, Gregorius van Nyssa en Theodoretus dogmatische studiën
van van
indeeling yvclxreu?
de
echt kaliber, zijn
maar
zijn doel strekt verder.
hoofdwerk toont
in
verloren zijn tig
o
daar Joannes zelf
,
<TK07róq
te
minder
in cap.
beantwoordt
gaande verklaart: „Mijn doel
is
(ed.
saam
te
yvü(T£ug betitel." te zijn,
hem
is
van
2
uit het
zijn eerste
over de Philosophie
daarom
als
oog mogen boek de
17 12 p. 9), en desaan-
Par.
dusdoende de alsoortige wetenschap
boek
Th*iyyi
de heresiën, en de dogmatiek; en vat deze drie
één organisch geheel saam. Dit had
en
Hij deelt toch zijn
dit.
drie deelen in, waarin hij achtereenvolgens behandelt,
dialectiek,
vraag
Reeds de
te
handelen,
(xocvTo^xTyiv yvaviv) in dit
niet ten onrechte als
Ylyiyvi
Dat desniettemin de dogmatiek hem hoofdzaak
blijkt
vatten,
dat ik
alleen daaruit te verklaren, dat de heilige mysteriën
het hoogst in waardij staan. Hierin echter
clopaedische opvatting
uit,
dat
hij
niet, gelijk
studia gentilium en de theologische studie
,
in
komt
zijn
Augustinus
den vorm van
voor
ency-
e. a.
,
de
Schrift-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's